Download Print deze pagina

Dräger PAS AirPack 2 Gebruiksaanwijzingen pagina 2

Ademlucht-toevoersysteem

Advertenties

PAS
AirPack 2
®
Ademlucht-toevoersysteem
Indien de PAS AirPack 2 beschikt over twee pneumatieksets, voer dan de
volgende stappen voor elk systeem afzonderlijk op de voorgeschreven
wijze uit.
4. Trek de slang naar behoefte uit en sluit het airline-systeem aan op de
uitlaatconnector op de slanghaspel (afb. 1, item 12). Gebruik de
uitlaatconnector op de pneumatische unit (afb. 3) voor het aansluiten
van de controleur, indien noodzakelijk.
5. Voer, afhankelijk van het beoogde gebruik, een van de volgende
handelingen uit:
Gebruik met autonome luchttoevoer – Het cilinderventiel volledig
openen.
Gebruik met externe luchttoevoer – De externe toevoer aansluiten
(zie hoofdstuk 3.4.4).
Zorg ervoor het cilinderventiel volledig gesloten is.
6. Doe het ademluchttoestel om en sluit dit aan op het airline-systeem
(afb. 4 toont een typische ademluchttoestel-connector).
3.2
Tijdens gebruik
WAARSCHUWING
!
Een
aangewezen
controleur
of
ademluchttoestel dienen tijdens het gebruik de meters van the
PAS AirPack 2 te monitoren en op de fluitsignalen te letten.
Procedures om gebruikers op afstand te waarschuwen en te
evacueren moeten van kracht zijn.
De effectieve gebruikstijd van de apparatuur is afhankelijk van de
hoeveelheid lucht die initieel beschikbaar is en de ademsnelheid
van de gebruikers.
Bij een zeer hoog werktempo kan de druk in het gezichtsmasker van
een ademluchttoestel negatief worden bij een piek-inademingsflow.
Adem normaal en ga bij het naderen en betreden van het werkgebied
behoedzaam om met het aanwezige airline-systeem.
Ga bij ontvangst van een evacuatiesignaal direct naar een veilige
omgeving (raadpleeg de lokale instructies voor een volledige
evacuatieprocedure).
Ga, zodra de taak is uitgevoerd, eerst naar een veilige omgeving
voordat
u
het
ademluchttoestel
luchttoevoersysteem niet los voordat u het ademluchttoestel afdoet.
De hogedruk- en middendruk-fluitsignalen signaleren dat het
bijbehorende systeem een lage druk heeft. Neem, zodra een
fluitsignaal klinkt, de noodzakelijke maatregelen, afhankelijk van de
configuratie van de PAS AirPack 2 (zie hoofdstuk 3.2.1 of 3.2.3).
3.2.1
Middendruk fluitsignaal klinkt
Tijdens gebruik met externe toevoer – Het cilinderventiel volledig openen
en de externe luchttoevoer loskoppelen van de PAS AirPack 2. Vervolg de
werkzaamheden met autonome luchttoevoer. Ga verder als gebruik met
autonome luchttoevoer.
Tijdens gebruik met autonome toevoer –Dragers van ademluchttoestellen
dienen te werk te gaan conform de gebruiksaanwijzing voor het
ademluchttoestel en de lokale procedures.
3.2.2
Hogedruk-fluitsignaal klinkt tijdens gebruik met autonome
luchttoevoer
Dragers van ademluchttoestellen dienen te werk te gaan conform de
gebruiksaanwijzing voor het ademluchttoestel en de lokale procedures.
3.3
Na gebruik
WAARSCHUWING
!
Zet het ademluchttoestel pas af wanneer u in een veilige omgeving
bent.
1. Zodra u in een veilige omgeving bent, kan alle ademhalingsapparatuur
verwijderd worden.
2. Koppel de externe luchttoevoer los van de PAS AirPack 2 en sluit alle
cilinderventielen volledig.
3. Bedien de handgreep van het ontlastventiel (afb. 1, item 6) om het
systeem geheel te ontluchten.
4. Koppel alle airline-systemen los van de PAS AirPack 2 en monteer alle
beschermkapjes.
5. Rol de slang behoedzaam op, indien nodig. Reinig de slang
(zie hoofdstuk 5.3) tijdens het oprollen.
6. Ontkoppel
en
verwijder
zo
(zie hoofdstuk 3.4.3).
7. Voer na gebruik de onderhoudstaken in de onderhoudstabel uit
(zie hoofdstuk 5.1).
3.4
Taken voor gebruikers
3.4.1
Visuele inspectie
Controleer of de PAS AirPack 2 schoon en onbeschadigd is en besteed
specifieke aandacht aan de pneumatische componenten, slangen en
koppelingen. Typische tekenen van beschadiging die de werking van de
PAS AirPack 2
kunnen
beïnvloeden
zijn
snijschade, corrosie en verkleuring. Rapporteer schade onmiddellijk aan
het servicepersoneel of aan Dräger en gebruik de PAS AirPack 2 niet tot
de defecten zijn verholpen.
Indien de PAS AirPack 2 is voorzien van een hijsoog (afb. 1, item 1) dan het
hijsoog inspecteren en, indien nodig, een belastingstest uitvoeren conform de
geldende voorschriften en richtlijnen.
3.4.2
Montage van de luchtcilinders
WAARSCHUWING
!
Probeer niet zelf cilinders te monteren of te verwijderen. Leef bij
verplaatsing van de cilinders de relevante hanteerinstructies en
veiligheidsprocedures na.
VOORZICHTIG
!
Indien er gaat worden getakeld, de cilinder in verticale positie
plaatsen en ervoor zorgen dat het frame, de cilinders en de
cilinderventielen niet tegen andere objecten en structuren aan
kunnen botsen.
Sluit uitsluitend cilinders aan die volledig zijn gevuld, volledig
onderhoudbaar zijn en een geldige gebruiksdatum hebben. Gebruik
'K'-ademluchtcilinders (50 liter), 200 bar of 300 bar met compatibele
connectoren (zie hoofdstuk 8). Indien de PAS AirPack 2 beschikt over
twee pneumatieksets, sluit dan de cilinder altijd op de juiste pneumatische
unit aan (bijv. links op links, rechts op rechts).
1. Plaats de trolley in een geschikte positie en bedien de rem.
2. Ontgrendel het cilinderframe en hef dit vervolgens in verticale positie
(afb. 2).
3. Ontkoppel de cilinderkettingen van de connectoren (afb. 1, item 13).
4. Monteer de cilinder op de trolley en sluit beide cilinderkettingen weer aan.
5. Controleer de uitlaatpoort van de luchtcilinder en zorg ervoor dat de
O-ring (afb. 5, item 1) en het gesinterde filter (afb 5, item 2) in de
inlaatconnector schoon en onbeschadigd zijn.
6. Lijn de inlaatconnector (afb. 1, item 9) uit op de cilinder er zorg ervoor
dat de hogedrukslang een gelijkmatige curve heeft. Draai het handwiel
stevig vast. Gebruik geen gereedschap en draai niet te strak aan.
7. Sluit het ontluchtingsventiel van de cilinder (afb 5, item 3) (volledig
met de klok mee draaien).
8. Laat het cilinderframe behoedzaam op de trolley zakken en vergrendel
het frameslot.
de
gebruikers
van
het
3.4.3
Verwijderen van luchtcilinders
WAARSCHUWING
!
Het vrijkomen van lucht onder hoge druk kan letsel veroorzaken
aan de gebruiker of ander personeel in de buurt van het
ademluchttoestel. Sluit het cilinderventiel en ontlucht het hele
systeem voordat u probeert een luchtcilinder los te koppelen.
1. Plaats de trolley in een geschikte positie en bedien de rem.
2. Ontgrendel het cilinderframe en hef dit vervolgens in verticale positie
(afb. 2).
3. Ontkoppel de cilinderkettingen van de connectoren (afb. 1, item 13).
4. Sluit het cilinderventiel en open vervolgens het ontluchtingsventiel.
5. Koppel de hogedruk-inlaatconnector los van het cilinderventiel.
6. Verwijder de cilinder en sluit beide cilinderkettingen weer aan.
7. Laat het cilinderframe behoedzaam op de trolley zakken en vergrendel
het frameslot.
afdoet.
Koppel
het
3.4.4
Een externe luchttoevoer aansluiten
VOORZICHTIG
!
De cilinderventielen moeten geheel gesloten blijven gedurende
gebruik met externe luchttoevoer. Indien de cilinderventielen zijn
geopend, wordt lucht uit de cilinders gebruikt.
Een compatibele externe luchtvoorziening bestaat uit een geregelde
middendruk-inlaat van ademlucht (zie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9).
1. Selecteer een geschikte luchttoevoer en adapterslang.
2. Controleer dat de toevoeruitlaat, de adapterslang en de zone van de
inlaatconnector schoon en onbeschadigd zijn.
3. Sluit de externe toevoer aan op de middendruk-inlaatconnector van de
PAS AirPack 2 (afb. 6).
4. Controleer, of de op de middendruk-meter aangegeven druk
(afb. 1, item 3) 6 bar tot 10 bar bedraagt. Corrigeer, indien nodig, de
drukregelaar van de externe toevoer (de nominale insteldruk is 8 bar).
(Indien de druk beneden 8 bar ligt, is een lage fluittoon of een sissend
geluid van de fluit hoorbaar zijdens gebruik. Dit is een normaal
verschijnsel tijdens het gebruik van de unit en tast de functionaliteit van
het product niet aan.)
3.4.5
Functietesten
WAARSCHUWING
!
Indien een ademtoestel niet voldoet aan de in de functietests
beschreven normen of parameters, of bij waarneembare acute
lekkage, is er sprake van een systeemstoring. Rapporteer het
defect aan getraind onderhoudspersoneel of aan Dräger. Gebruik
de ademuitrusting niet totdat de storing is verholpen.
Indien de PAS AirPack 2 beschikt over twee pneumatieksets, voer dan de
onderstaande test voor elk systeem afzonderlijk uit.
1. Zorg ervoor dat het cilinderventiel en de ontluchtingsklep volledig
nodig
de
luchtcilinders
gesloten zijn.
2. Het cilinderventiel volledig openen.
3. Controleer de druk die aangegeven is op de manometers:
De hogedrukmeter moet minimaal 80% van de maximale
cilinderdruk aangeven.
De middendrukmeter moet 6 tot 10 bar aangeven.
4. Sluit het cilinderventiel volledig.
5. Wacht één minuut, controleer de hogedrukmeter en draai het
cilinderventiel weer open. De hogedrukmeter mag geen drukverhoging
van meer dan 10 bar tonen. Wanneer er een lekkage aanwezig is,
moet u deze onderzoeken en de lekkage herstellen voordat het
product wordt gebruikt (zie hoofdstuk 4). Gebruik zo nodig een
zeepoplossing om de lekkage te lokaliseren.
impactschade,
slijtage,
6. Sluit het cilinderventiel weer volledig.
7. Trek aan de handgreep van het ontlastventiel (afb. 1, item 6) om de
lucht langzaam te laten ontsnappen en houd ondertussen de
hogedrukmeter in het oog. Het hogedruk-fluitsignaal moet starten
binnen het bereik van 60 tot 50 bar.
8. Laat de handgreep van het ontlastventiel onmiddellijk los zodra het
fluitsignaal start. Geef de fluit de tijd om de hogedrukzijde van het
reduceerventiel volledig te ontluchten.
9. Bedien opnieuw de handgreep van het ontlastventiel om de lucht
langzaam te laten ontsnappen en let ondertussen op de
hogedrukmeter. Het middendruk-fluitsignaal moet starten binnen het
bereik van 5 tot 4 bar.
10. Bedien de handgreep van het ontlastventiel om het systeem volledig
te ontluchten.
Gebruiksaanwijzingen
4
Probleemoplossing
Ontkoppel of vervang alle bijbehorende uitrustingen en test het toestel
opnieuw alvorens de probleemoplossingstabel te raadplegen.
Neemt contact op met het servicepersoneel of met Dräger wanneer de
reparatie-informatie een onderhoudstaak aangeeft, of wanneer de
problemen aanhouden nadat alle oplossingen zijn geprobeerd.
Symptoom
Storing
Luchtlekkage
Losse/beschadigde
onder hoge druk of
aansluiting of defecte
middendruk
afdichting
Lekkage op de
drukregelaar of de slang
Hoge of lage
Drukregelaar buiten
middendruk
specificatie
Fluitsignaal slecht
Vuil
hoorbaar
Fluit werkt niet
Defect
goed
activeringsmechanisme
5
Onderhoud
5.1
Onderhoudstabel
Onderhoud en test de PAS AirPack 2, inclusief de niet gebruikte
apparatuur, volgens onderstaande tabel. Leg alle onderhoud vast in het
logboek bij de uitrusting. Zie tevens de onderhoudsinformatie voor alle
bijbehorende ademapparatuur.
In het land van gebruik kunnen extra inspecties en tests nodig zijn, om te
voldoen aan nationale regelgeving.
Onderdeel/
Taak
Na
systeem
gebruik
Volledige
Visuele inspectie
uitrusting
(zie aanwijzing 1 en
hoofdstuk 3.4.1)
Functietest
(zie hoofdstuk 3.4.5)
Hogedruk-inla
Vervang de O-ring en
atconnectoren
het gesinterde filter
(zie aanwijzing 2)
Drukregelaar
Revisie. Neem
contact op met
Dräger voor de
Repair Exchange
(REX)-service
Cilinder
Vullen tot de correcte
druk (zie
hoofdstuk 5.2)
Controleer de initiële,
op de cilinder
ingestanste testdatum
Cilinderdruktest en
Uitvoeren conform de nationale
hercertificering
voorschriften
Cilinderventiel
Basisrevisie
Tijdens de cilinderdruktest of
op basis van toestand
Aanwijzingen
Adviezen Dräger
1. Reinig de apparatuur wanneer deze vuil is. Indien de apparatuur aan
schadelijke stoffen is blootgesteld, dient u alle onderdelen die in direct
en langdurig contact komen met de huid te desinfecteren.
2. Deze onderhoudstaken mogen uitsluitend door Dräger of door
getrainde servicemedewerkers worden verricht. Details van de tests
staan
uitsluitend
in
het
technisch
servicemedewerkers
wordt
uitgereikt
onderhoudscursus bij Dräger hebben gevolgd.
5.2
Luchtcilinders vullen
WAARSCHUWING
!
De ademluchtkwaliteit voor de ademluchtcilinder moet voldoen
aan de eisen van EN 12021.
Lees de instructies voor de cilinder en het vulapparaat voor het vullen
van een ademluchtcilinder.
Vul uitsluitend ademluchtcilinders die:
Voldoen aan de nationale wet- en regelgeving.
De testdatum en testmarkering van de oorspronkelijke fabrikant
dragen.
De op de cilinder vermelde, door het laatste teststation
aangebrachte testdatum nog niet overschreden hebben.
Niet beschadigd zijn.
Zorg ervoor dat het cilinderventiel gesloten blijft totdat het op de
vuleenheid is aangesloten, om binnendringen van vocht in de cilinder
te voorkomen.
Vul de cilinder tot de nominale werkdruk van de cilinder. Houd u aan
de maximale vulsnelheid van de gebruikte cilinder.
Om te ver vullen van de cilinder te voorkomen, adviseert Dräger een
vulcompressor met drukbegrenzer te gebruiken.
5.3
Reiniging en desinfectie
VOORZICHTIG
!
De PAS AirPack 2 niet onderdompelen in water of een
reinigingsoplossing en de PAS AirPack 2 niet in een hete
drooginrichting plaatsen.
Raadpleeg document 9100081 op www.draeger.com/IFU voor
meer informatie over de juiste reinigings- en desinfectiemiddelen
en bijbehorende specificaties.
Oplossing
Sluit de connectoren
opnieuw aan of draai ze
vaster en test opnieuw.
Onderhoudstaak
Onderhoudstaak
Schoonmaken en
opnieuw testen
Onderhoudstaak
Elke
Elk
Elke
maand
jaar
zes
jaar
handboek,
dat
aan
die
een
relevante
3354165 (A3-D-P) Pagina 2 van 3

Advertenties

loading