Inhoudsopgave
Advertenties
Inbouw
Algemene montagehandleiding
Afstand van verschillende TROX brandkleppen tot
elkaar bij natte montage in massieve wanden (een
sparing)
Volg
Kleppencombinaties
nr.
tot EI 90 S
1
FKA2-EU – FK-EU
2
FKA2-EU – FKS-EU
3
FKA2-EU – FKR-EU
4
FKA2-EU – FKRS-EU
Gipsplaten
Gipsplaten volgens EN 12859 (zonder holle
ruimtes).
Wandplaatdikte W ≥ 80 mm, bij W ≥ 100 mm
Ä
op pagina 41 .
Inbouwopeningen moeten afhankelijk van gebruike-
lijke en statische gegevens en de afmetingen van de
brandklep uitgevoerd worden.
Systeemwanden met metalen profiel
Systeem-, brand-, veiligheidsscheiding - of stralings-
beschermende wanden met metalen stijlen of een
stalen onderconstructie (vierkantprofiel) met euro-
peese classificiering volgens EN 13501-2 of een
vergelijkbare nationale classificering.
Beplating van gips of cementgebonden plaatmate-
riaal, gipsvezelplaten of brandwerende platen aan
beide zijden van calsiumcilicaat.
Wanddikte W ≥ 94 mm, brand- of veiligheidswanden
W ≥ 100 mm.
Afstand van de metalenstijlen ≤ 625 mm; afstand
van de metalenstijlen bij "zware brandwanden"
≤ 312,5 mm.
Uitvoeringen als brand- of veiligheidsscheidings-
wand kunnen staalplaat en gereduceerde steekaf-
stand vertonen.
Inbouwopening met liggers en staanders maken.
Wanneer toegepast moeten de kopse afdekkingen
met profielen vastgeschroefd worden.
Extra lagen bekleding of dubbele staanders, zover
dit middels het toepassingsgebied van de wand is
afgedekt, zijn toegestaan
Combinaties van metalen profielen in de montage
moeten conform de details in deze instructie uitge-
voerd worden.
Als dubbele beplating nodig is, moet deze elke
ca. 100 mm in de metalen profielen geschroefd
worden.
Inbouw alleen in niet dragende wanden toegestaan
(dragende wanden op aanvraag).
42
s2 [mm]
65 – 225
80 – 150
70 – 120 (80 – 120 bij
flensuitvoering)
50 – 225
Brandklep Serie FKA2-EU
Systeemwanden met houten staanders / houten
vakwerken
Systeemwanden met houten profielen of houtenvak-
werk met Europese classificatie volgens
EN 13501-2 of vergelijkbare nationale classificatie.
Afstand van de houten staandres ≤ 625 mm; hout-
vakwerk ≤ 1000 mm
Beplating van gips of cementgebonden plaatmate-
riaal, gipsvezelplaten of brandwerende platen aan
beide zijden van calsiumcilicaat.
Houten staander wanddikte W ≥ 130 mm
(W ≥ 110 bij F60, W ≥ 105 bij F30); houten vakwerk
wanddikte W ≥ 140 mm (W ≥ 110 bij F30).
Opbouw houten staanders of houten vakwerk vol-
gens gegevens leverancier.
Extra lagen bekleding of dubbele staanders, zover
dit middels het toepassingsgebied van de wand is
afgedekt, zijn toegestaan
Vervanging in het houtenframe met liggers en dag-
kant vervaardigen.
Dagkanten en opdikkingen moeten van de het
beplatingsmateriaal gemaakt en met de profielen
verbonden zijn.
Massief houten wanden
Brandwerende massief houten wand of multiplex
wand met Europese of nationale eis.
Wanddikte W ≥ 95 mm (met opdikking van het mon-
tage gebied naar W ≥ 100 mm).
Wanneer noodzakelijk zijn extra lagen gips- of
cementgebonden plaatmateriaal of gipsvezelplaten
toegestaan.
Schachtwand met metalen profiel
Schachtwanden of voorzetwanden met metalen pro-
fielen of een stalen onderconstructie (kokerprofiel)
en Europese classificatie volgens EN 13501-2 of
een vergelijkbare nationale classificatie.
Eenzijdige beplating van gips of cementgebonden
plaatmateriaal, gipsvezelplaten of brandwerende
platen van calsiumcilicaat.
Wanddikte W ≥ 90 mm (W ≥ 75 bij F30); beplating /
opdubbeling volgens inbouwdetail.
Afstand van de metalen profielen ≤ 625 mm.
De opgaven van de fabrikant voor wandhoogte,
wandbreedte en wanddikten moeten aangehouden
worden.
Inbouwopening met liggers en staanders maken.
Wanneer toegepast moeten de kopse afdekkingen
met profielen vastgeschroefd worden.
De montage vindt plaats met de motor aan de bui-
tenzijde van de schacht.
Als dubbele beplating nodig is, moet deze elke
ca. 100 mm in de metalen profielen geschroefd
worden.
Advertenties
Inhoudsopgave
