Inhoudsopgave
Advertenties
Na de inbouw
Brandklep reinigen.
Indien aanwezig, de transport- en montagebeveili-
ging resp. de schoor verwijderen. Bij natte montage
na het uitharden van de mortel.
Functiecontrole van de brandklep uitvoeren.
Luchtkanaal aansluiten.
Elektriciteit aansluiten.
Potentiaalvereffening
De potentiaalvereffening kan op de flens van de brand-
klep aangebracht worden, boren in de behuizing is niet
toegestaan.
Door de potentiaalvereffening mogen in geval van brand
geen noemenswaardige krachten op de brandklep uit-
geoefend worden.
Thermische isolatie
Voor het thermisch isoleren, bijvoorbeeld bij buitenlucht,
kunnen volledig gelijmde platen van elastomeer-
schuimen (synthetisch) toegepast worden (bijv. Arma-
flex Ultima van Armacell). De nationale normeringen
t.o.v. brandbare materialen en rookontwikkeling moeten
nageleefd worden.
De isolatie is brandtechnisch toepasbaar wanneer:
de isolatie de werking van de brandklep niet beïn-
vloed,
de bereikbaarheid van de brandklep gegarandeerd
blijft.
de inspectie- resp. onderhoudsopeningen alsmede
het typeplaatje toegankelijk zijn en
de isolatie niet door de wand / vloer loopt.
Afb. 19: Thermische isolatie
1
FKA2-EU
2.1
Mortel
3.1
Massieve wand
6.16 Isolatie (elastomeerschuim, slecht ontvlambaar,
niet druppelend), omlopend, servomotor, mecha-
nisme evenals inspectie-opening moeten toegan-
kelijk zijn.
Opmerking: De afgebeelde inbouwsituatie is represen-
tatief voor alle draagconstructies.
Gebruik van verlengdelen
Om het aansluiten op de luchtkanalen na de montage te
garanderen, moet de brandklep bij grote wand- en
vloerdiktes overeenkomstig de tabel met een verleng-
deel (meegeleverd of door derden) aan de inbouwzijde
verlengd worden.
op pagina 193 .
Brandklep Serie FKA2-EU
Algemene montagehandleiding
Ä Hoofdstuk 6 „Toebehoren"
Inbouw
33
Advertenties
Inhoudsopgave
