Inhoudsopgave
Advertenties
Rijden in regen/
's nachts
Lichtschakelaars
① Lichtschakelaar: De eerste positie is
uitschakelen, de tweede is voor AUTO, de
derde is voor standlicht en de vierde is
voor dimlicht. Als u AUTO kiest, gaan het
standlicht en de koplamp
omgevingsafhankelijk branden.
② Knop mistlamp: Dient om het
mistachterlicht in of uit te schakelen.
Zet de lichtschakelaar op
lichtschakelaarhendel omlaag (weg van
het stuur) om het grootlicht in te
schakelen.
Ruitenwisserscha-
kelaar
• De hendel wordt gebruikt om de
ruitenwissers en sproeier te bedienen.
De hendel heeft vijf modi:
•
: Hoge snelheid
•
: Lage snelheid
•
: Automatische
wissers/intermitterend
•
: Stop
•
: Tipbediening ruitenwissers
10
en duw de
• Om een modus te selecteren, duwt u
de hendel omhoog of omlaag.
• Bij lage- en hogesnelheidsmodi werkt
de wisser continu.
• Om de wissers in de
tipbediengsmodus
werken, trekt u vanuit de stand
de hendel. De wissers vegen met een
lage snelheid totdat u de hendel
loslaat.
• De automatische wisserfunctie heeft
vier gevoeligheidsniveaus. Hoe hoger
de hendel, hoe hoger de gevoeligheid.
Wanneer u de automatische
wisserfunctie gebruikt, wijzigt u de
gevoeligheid door de schakelaar aan
te passen op basis van actuele
regenomstandigheden. Als de wisser
te snel reageert op regen, verminder
dan de gevoeligheid; als de wisser te
langzaam reageert op regen, verhoog
dan de gevoeligheid.
te laten
aan
Advertenties
Inhoudsopgave
