6.2 Instellingen
10 Temperatuur van de ketelkring (SAM 2002 en SAM 2005) of temperatuur van de kring van mengkraan nr. 1
(SAM 2003) wanneer de gemeten buitentemperatuur gelijk is aan de laagste buitentemperatuur waarvoor de
installatie werd berekend (instelling achterzijde KLZ).
Aanbevolen instelling: 70 °C voor verwarming met radiatoren of convectoren
11 Temperatuur van de branderkring (SAM 2004), van de mengkring (SAM 2002 of SAM 2005) of van de kring van
mengkraan nr. 2 (SAM 2003) wanneer de gemeten buitentemperatuur gelijk is aan de koudste buitentemperatuur
waarvoor de installatie werd berekend (instelling achterzijde KLZ).
Aanbevolen instelling: 70 °C voor verwarming met radiatoren of convectoren
12 Keuzeschakelaar
regelaar buiten werking: brander en circulatiepompen stilgelegd, mengkraan gesloten
(behalve vorstbeveiliging bij een watertemperatuur van minder dan 10 °C)
permanent verlaagd regime op alle kringen, geen sanitair warmwaterproductie
permanent comfortregime op alle kringen, sanitair warmwaterproductie toegelaten
normale werking: comfort/verlaagde regimes bepaald door de klok en sanitair warmwaterproductie toegelaten
handbediende werking:
– brander in bedrijf indien de max. keteltemperatuur (°C max) niet is bereikt
– verwarmingspomp in bedrijf
– mengkranen open indien de max. aanvoertemperatuur (°C max) niet is bereikt
– geen sanitair warmwaterproductie mogelijk bij SAM 2004 en 2005
(In geval van voelerdefect, blijft/blijven de mengkraan/mengkranen in de bereikte stand)
zomerbedrijf: alleen de sanitair warmwaterproductie is actief voor SAM 2004 en 2005.
S of
De cv-pomp is stilgelegd en de mengkraan/mengkranen is/zijn gesloten, behalve bij vorstbeveiliging wanneer
de watertemperatuur lager is dan 10 °C.
13 Instelwaarde sanitair warm water (alleen voor SAM 2004 en SAM 2005)
14 Niveau comforttemperatuur. Wanneer deze instelling op de centrale stand staat, moet de comforttemperatuur
20 °C bedragen. De watertemperatuur kan met ± 25 % gewijzigd worden, teneinde een comforttemperatuur te
verkrijgen die verschilt van 20 °C.
15 Temperatuurverlaging in verlaagd regime. Wanneer deze instelling volledig rechts ingesteld is, heeft men een
verlaging van 0 °C, hetzij dat de temperatuur in verlaagd regime dezelfde is als in comfortregime. De verlaging van
de watertemperatuur is instelbaar tussen 0 en 100 %. Het midden van de schaal stemt overeen met de aanbevolen
instelling om een toereikende verlaagde temperatuur te verkrijgen. De werkelijk bekomen ruimtetemperatuur is
uiteraard afhankelijk van de inertie van het gebouw en van de cv-installatie zelf, evenals van de duur van het
verlaagd regime.
Een «100 %»-instelling betekent een volledige uitschakeling van de verwarming in verlaagd regime (vorst-
beveiliging actief).
Deze instelling wordt aanbevolen wanneer de regelaar op een ruimtethermostaat is aangesloten.
Opgelet: een minimum keteltemperatuur die te hoog is kan een verlaging
van de ruimtetemperatuur in verlaagd regime verhinderen.
Instellingen en signaallampjes aan de voorzijde van de regelaar
80 °C voor verwarming met luchtverhitters
45 °C voor vloerverwarming.
80 °C voor verwarming met luchtverhitters
45 °C voor vloerverwarming.
15