1.
Stel zeker dat de aansluitingen op de Unidrive M, de zekeringen, draaddiameters en waarde van de optionele
remweerstand overeenkomen met de specificaties van de toegepaste Unidrive M bouwgrootte, zoals voorin
deze opstartinstructie is weergegeven.
2.
Controleer de deugdelijkheid van de aarde aansluitingen en de aarding van het scherm van de motorkabel.
3.
Stel zeker dat de motor voor de juiste spanning geschakeld is (ster of driehoek).
4.
Schakel de voedingsspanning in, in het display zal Inhibit verschijnen. Zodra door middel van de schakelaar
klem 31 en 34 geactiveerd zijn, zal Ready in display verschijnen. Als klem 31 of 34 wordt afgeschakeld zal de
Unidrive M onmiddellijk stroomloos en de motor koppelloos zijn.
5.
Maak uzelf bekend met het uitlezen en programmeren van parameters. Raadpleeg de voorgaande pagina's.
6.
Programmeer de motormap in #00.006 t/m #00.009 en #00.039 en #00.040 overeenkomstig de data van de
aangesloten motor, raadpleeg hiervoor de illustratie onderaan deze pagina.
7.
Voer een autotune uit. Hierbij kan gekozen worden uit een statische autotune waarbij de motor niet zal gaan
draaien en een roterende autotune waarbij de motor enige seconden in de opgedragen richting zal gaan
draaien. De roterende auto tune moet uitgevoerd worden bij een onbelaste of een laag belaste motor.
Statische autotune:
Programmeer #00.038 op 1, activeer de vrijgave op klem 31 en 34 en geef een run commando op klem 15. De
Unidrive M zal nu een autotune uitvoeren, waarna ter afsluiting Inhibit in display zal verschijnen. Neem
vervolgens de vrijgave en het runcommando weer weg.
Roterende autotune:
Programmeer #00.038 op 2, activeer de vrijgave op klem 31 en 34 en geef een run commando op klem 15. De
motor zal nu eerst gedurende enkele seconden de statische autotune uitvoeren en vervolgens maximaal
36 seconden gaan draaien op 66% van de nominale snelheid in de opgedragen richting. Na het volbrengen
van de autotune zal Inhibit in beeld verschijnen en zal de motor vrij uitlopen. Neem nu de vrijgave en het
runcommando weer weg.
8.
Doorloop menu 0 en programmeer de in uw toepassing noodzakelijke functionaliteit.
9.
Indien toegang tot menu 1 t/m 30 gewenst is programmeer dan #00.010 op All Menus.
10.
Indien parameters in menu 1 t/m 30 zijn gewijzigd, sla die dan op door in parameter 0 van een willekeurig
menu <Save Parameters> te selecteren en dit te bevestigen met de rode toets
M400 Intelligent Pump Control, versie 1.2
Unidrive M400
Opstarten en inregelen
Programmering motormap bij een
voeding van 3 x 400 V
#00.006 = 1.60
#00.007 = 2865.0 (rpm)
#00.008 = 400
#00.009 = 0.88
#00.039 = 50.00
#00.040 = Auto
Pagina 17 van 35
.
(Ampere)
(Volt)
(cos.φ)
(Hertz)
(pooltal)