iTHERM TMS12 MultiSens Linear
Veiligheidsinstructies: zone 0
Potentiaalvereffening
Veiligheidsinstructies:
vlambestendig
Veiligheidsinstructies:
specifieke
gebruiksvoorwaarden
Endress+Hauser
• De aluminium behuizing mag niet worden geïnstalleerd in zone 0, alleen de beschermbuis en de
sensoren mogen in zone 0 steken zoals getoond in het schema op pagina 1
• Bijbehorende apparatuur met galvanische scheiding tussen de intrinsiekveilige en niet-
intrinsiekveilige circuits hebben de voorkeur.
Het instrument moet worden aangesloten op de lokale potentiaalvereffening.
• Alleen gecertificeerde kabelwartels (of andere accessoires) conform IEC/EN 60079-0 en IEC/EN
60079-1 mogen worden gebruikt. Kabelinvoersysteem moet voldoen aan clausule 10 van IEC/EN
60079-14 en/of andere lokale regel- en wetgeving.
• De kabelwartels van de gebruiker moeten altijd minimaal 5 keer een ingeschroefde spoed hebben.
• De schroefdraad van het deksel moet altijd zijn bevochtigd met siliconenvet (LOCTITE_8104 or
LOXEAL_GS9) of koperpasta of gelijkwaardig.
• De aardklem in en uit is bedoeld voor de ader die moet worden geplaatst tussen de antirotatie ring
en de platte ring. Wanneer de aansluiting met een ring wordt uitgevoerd, moet deze met een
antirotatie pen worden uitgevoerd of rotatie van de kabel moet worden verhinderd.
• Niet gebruikte openingen in de behuizing moeten worden afgesloten met conische of cilindrische
pluggen, zodanig dat de eigenschappen van de afdichting voor wat betreft explosieveiligheid
worden gehandhaafd. De pluggen mogen alleen kunnen worden verwijderd met speciaal
gereedschap.
• Beschermingsklasse IP66 is alleen gegarandeerd wanneer het deksel is voorzien van een passende
O-ringafdichting. Na elke keer openen moet de toestand van deze afdichting worden
gecontroleerd.
• Beschadigde onderdelen mogen alleen worden vervangen of gerepareerd door de fabrikant,
behalve na uitdrukkelijke toestemming van deze. Het is verboden de aansluitdoos machinaal te
bewerken.
• Als algemene regel geldt dat de elektrische voeding moet worden onderbroken voordat
handelingen en onderhoud aan elektrische of mechanische onderdelen van het systeem worden
uitgevoerd.
• De thermometer moet zodanig worden geïnstalleerd en onderhouden, dat zelfs in geval van
uitzonderlijke incidenten, een ontstekingsbron door botsing of wrijving tussen de behuizing en
ijzer/staal uitgesloten is.
• Waarborg bij het installeren en in bedrijf nemen van het instrument, dat elektrostatische oplading
van de verbindingskabel wordt vermeden.
• Als vuistregel geldt, dat de gehele lengte van elk geïnstalleerd thermo-element in het instrument
beperkt zal zijn tot 75 m voor een enkelvoudig thermokoppel, tot 37,5 m voor dubbele en tot 25 m
voor drievoudige uitvoeringen.
• Bij het installeren van het instrument, moeten alle gebruikte accessoires (bijv. kabelwartels, enz.)
zijn gecertificeerd conform IEC/EN 60079-0, IEC/EN 60079-1, IEC/EN 60079-31 en daarnaast in
bepaalde gevallen conform IEC/EN 60079-7, waarbij een beschermingsklasse minimaal gelijk aan
die van de aansluitdoos wordt gerealiseerd. Voor de correcte keuze van het kabelinvoersysteem,
zie IEC/EN 60079-14 (laatste uitgave) en/of de nationale regel- en wetgeving.
• Bijbehorende apparatuur met galvanische scheiding tussen de intrinsiekveilige en niet-
intrinsiekveilige circuits hebben de voorkeur.
• De scheiding tussen zone 0/20 en zone 1/21 moet voldoen aan de voorschriften van IEC/EN
60079-26.
• Het instrument moet worden aangesloten op dezelfde lokale potentiaalvereffening op tenminste
één punt (als alternatief via de aansluitdoos of op de procesaansluiting).
• De breedte van de vlambestendige verbindingen is beter dan hetgeen is gespecificeerd in de
tabellen van de IEC/EN 60079-1 norm.
• Batterijen zijn niet toegestaan binnen de instrumenteenheden.
XA02856T
7