Belangrijk: Koppel de slangen van het werktuig
aan elkaar om te voorkomen dat het hydraulische
systeem tijdens de opslag wordt verontreinigd.
6. Monteer de beschermplaten op de hydraulische
koppelingen op de machine.
7. Start de motor, kantel de bevestigingsplaat naar voren
en rij de machine achteruit van het werktuig vandaan.
De machine vastzetten voor
transport
Als u de machine vervoert op een aanhanger, moet u altijd
als volgt te werk gaan:
Belangrijk: U mag met de machine niet werken of
rijden op de openbare weg.
1. Laat de armen van de lader zakken, stel de parkeerrem
in werking en zet de motor af.
2. Bevestig de tractie-eenheid met kettingen of
riemen aan de aanhangwagen en gebruik hierbij
de bevestigingsogen
van de tractie-eenheid te bevestigen en de armen
van de lader/montageplaat om de voorzijde van de
tractie-eenheid te bevestigen.
De tractie-eenheid heffen
U kunt de tractie-eenheid omhoog brengen met behulp van
de bevestigingsogen als hefpunten; zie
van de machine (bladz.
14).
De machine laden
Wees extra voorzichtig bij het in- en uitladen van de machine
op een aanhangwagen of een vrachtwagen. Gebruik voor
deze procedure een oprijplaat die breder is dan de machine.
Laad de machine in en uit met de zwaarste kant naar de
bovenste zijde van de oprijplaat gericht. Als de machine
uitgerust is met een werktuig, rij de machine dan naar voren
de oprijplaat op en achteruit de oprijplaat af
er geen werktuig op de machine staat, rij dan achteruit de
oprijplaat op en vooruit de oprijplaat af
Figuur 27
Machines met een werktuig
1. Rij de machine vooruit op
de oprijplaat.
(Figuur
4) om de achterzijde
Algemeen overzicht
(Figuur
27); als
(Figuur
28).
2. Rij de machine achteruit
van de oprijplaat.
Machines zonder werktuig
1. Rij de machine achteruit
op de oprijplaat.
Belangrijk: Gebruik geen smalle, afzonderlijke
oprijplaten voor elke zijde van de machine.
Zorg dat de oprijplaat zo lang is dat de hellingshoek niet groter
is dan 17 graden
(Figuur
moet u dus een oprijplaat gebruiken die minstens 4 keer zo
lang is als de afstand van de aanhangwagen of laadbak tot de
grond. Een steilere hoek kan ertoe leiden dat onderdelen van
het maaidek blijven haken als de machine van de oprijplaat
naar de aanhanger of de vrachtwagen rolt. Steilere hoeken
kunnen ook tot gevolg hebben dat de machine achterover
kantelt of dat u de controle verliest. Als u de machine inlaadt
op of in de nabijheid van een helling, moet u de aanhanger
of vrachtwagen zo plaatsen dat deze lager op de helling staat
en de oprijplaat hoger op de helling. Hierdoor wordt de hoek
van de oprijplaat zo klein mogelijk.
WAARSCHUWING
Als een machine wordt geladen op een aanhanger
of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de
machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel
of de dood veroorzaken.
• Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine
een oprijplaat op-/afrijdt.
• Gebruik één oprijplaat die de volle breedte van
de machine beslaat. Gebruik geen afzonderlijke
oprijplaten voor elke kant van de machine.
• Zorg ervoor dat de hoek tussen de oprijplaat en
de grond of tussen de oprijplaat en de aanhanger
of vrachtwagen niet groter is dan 17 graden.
• Zorg ervoor dat de oprijplaat minstens 4 keer zo
lang is als de afstand van de aanhangwagen of
de laadbak tot de grond. Hierdoor is de hoek
die de oprijplaat maakt niet groter dan 17 graden
op een vlakke ondergrond.
• Laad de machine in en uit met de zwaarste kant
g038257
naar de bovenste zijde van de oprijplaat gericht.
• U mag niet abrupt versnellen of vertragen als u
de machine een oprijplaat op- of afrijdt, omdat
anders de machine kan kantelen of u de controle
over de machine kunt verliezen.
26
Figuur 28
2. Rij de machine vooruit van
de oprijplaat.
29). Op een vlakke ondergrond
g038258