Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Borduren; Borduren Met De Toets «Start/Stop; Borduursnelheid Verhogen; Bovendraadspanning Instellen - Bernina 770 QE PLUS Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 770 QE PLUS:
Inhoudsopgave

Advertenties

16 Borduren

16.1 Borduren met de toets «Start/Stop»
Bij stroomuitval wordt het borduurproces onderbroken. Wanneer de machine opnieuw wordt gestart, gaat
deze naar de laatst geborduurde positie.
> Druk op de toets «Start/Stop» totdat de borduurmachine start.
– Alle motiefdelen van de geselecteerde kleur worden geborduurd.
– De borduurmachine stopt aan het einde automatisch.
– Beide draden worden automatisch afgesneden.
– De borduurmachine schakelt automatisch naar de volgende kleur om.
> Verwissel de bovendraadkleur.
> Druk op de toets «Start/Stop» om te borduren met de nieuwe kleur.
Zodra het borduurmotief is voltooid, stopt de machine automatisch en worden de draden
automatisch afgesneden.

16.2 Borduursnelheid verhogen

Voor een optimale borduurkwaliteit wordt, afhankelijk van de borduurpositie, met een lagere snelheid
geborduurd. U heeft de mogelijkheid tussen optimale en maximale snelheid te kiezen. Standaard = optimale
snelheid. We wijzen u erop, dat een topkwaliteit van het motief wanneer dit bij maximale snelheid wordt
geborduurd, niet gegarandeerd kan worden.
Door het uit- en inschakelen van de machine wordt de optimale borduursnelheid geactiveerd.
Voorwaarde:
Het borduren is gestart.
> Tik op «Borduursnelheid».
– De maximale snelheid wordt geactiveerd.
> Tik opnieuw op «Borduursnelheid».
– De optimale snelheid wordt geactiveerd.

16.3 Bovendraadspanning instellen

De bovendraadspanning wordt automatisch bij de keuze van de steek of het borduurmotief in de
basisinstelling gezet.
Als ander naai- of borduurgaren wordt gebruikt, kunnen afwijkingen op de optimale draadspanning
ontstaan. Daarom is het soms noodzakelijk om de draadspanning aan het naai- of borduurwerk en de
gewenste steek of het borduurmotief aan te passen.
Hoe hoger de bovendraadspanning is ingesteld, des te sterker wordt de bovendraad gespannen en de
onderdraad wordt meer in de stof getrokken. Als de bovendraadspanning lager is, wordt de bovendraad
minder sterk gespannen en de onderdraad minder in de stof getrokken.
Wijzigingen op de bovendraadspanning hebben invloed op de geselecteerde steek en op alle
borduurmotieven. Permanente aanpassingen van de bovendraadspanning voor de naaimodus (zie pagina 48)
en voor de borduurmodus (zie pagina 51) kunnen in het setup-programma worden gedefinieerd.
> Tik op «Bovendraadspanning».
Borduren
153

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

735

Inhoudsopgave