Montage
~
Als de besturingsleiding nog moet
worden verlengd, dient de externe ven-
tilator op een
potentiaalcompensatiesysteem te wor-
den aangesloten. Op de externe venti-
lator is een aansluiting - aanwezig.
~
Gebruik voor de luchtafvoerleiding
enkel buizen of slangen van onbrand-
baar materiaal. Die zijn bij uw Miele-
-handelaar of via de Service After Sales
van Miele verkrijgbaar.
~
De lucht mag niet worden afgevoerd
via een in gebruik zijnde schoorsteen
voor rook of uitlaatgassen. Laat de
lucht ook niet afvoeren in een kanaal
dat dient om vertrekken te verluchten
waar verwarmingstoestellen opgesteld
staan.
~
Alleen voor de AWG 102:
Deze ventilator mag u enkel verticaal
tegen een buitenmuur monteren. De
luchtafvoeruitgang moet naar onderen
wijzen.
~
Alleen voor de ABLG 202:
Als de lucht moet worden afgevoerd via
een niet meer in gebruik zijnde schoor-
steen, hou dan rekening met de
plaatselijk geldende voorschriften.
~
Alleen voor de DDG 102,
DDF 125/150:
Deze ventilator/dakafvoerset wordt op
minstens 22° schuin aflopende daken
met pannen, leien of dakspanen ge-
monteerd. Deze modellen kunnen niet
op vlakke daken worden geplaatst.
De montage mag enkel door een
dakdekker worden uitgevoerd.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
~
ventilator te monteren, hou er dan re-
kening mee dat die vlot toegankelijk
dient te zijn. U dient hem zonder risico
te kunnen hanteren.
Het kan immers voorkomen dat uw ven-
tilator aan onderhoud toe is of moet
worden hersteld.
Uw toestel afdanken
~
stellen koppelt u de besturingsleiding
naar de dampkap los en trekt u de
stekker van de ventilator uit het stop-
contact. Maak daarna de kabel en stek-
ker onbruikbaar.
Zo vermijdt u dat het toestel verkeerd
wordt gebruikt.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in
acht werden genomen.
Wanneer u een plaats kiest om de
Bij oude, niet meer gebruikte toe-
7