De werking van de knop 3 varieert, afhankelijk van het scherm. Zie de
bedieningsaanwijzingen.
Einde
MENU
MENU
Stop
MENU
De flitsinstelling selecteren
,
Auto
Flitser uit
a
b
Flitser aan
Auto+Anti
c
Rode Ogen
Flitser+Anti
d
Rode Ogen
• Welke standen beschikbaar zijn, hangt af van de geselecteerde
opnamestand, scherpstelstand en transportstand. Zie "Beschikbare
functies voor elke opnamefunctie" (p.212) voor details.
• Als u de functie Gezichtsdetectie gebruikt wanneer , is geselecteerd,
wordt de flitsinstelling automatisch op d ingesteld.
• Bij de functie rode-ogenreductie geeft de flitser eerst een voorflits.
Gebruik van de flitser bij het maken van opnamen van dichtbij kan
onregelmatigheden opleveren in de opname als gevolg van de spreiding
van het licht.
Hiermee verlaat u het menu en gaat u terug naar het
oorspronkelijke scherm.
Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm met de
huidige instellingen.
Hiermee annuleert u de huidige selectie, verlaat u het
menu en gaat u terug naar het vorige scherm.
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser
automatisch af.
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Deze functie is bedoeld voor het maken van opnamen op
plaatsen waar flitsfotografie verboden is.
De flitser gaat af bij elke opname, ongeacht de
lichtomstandigheden.
Deze instelling zorgt voor vermindering van het rode-
ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat
automatisch af.
Deze instelling zorgt voor vermindering van het rode-
ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat
altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
3
87