Inhoudsopgave
Advertenties
2.4.2. Ingebruikname
2.4.3. Bediening
14/74
Bij het inzetten van een zaagblad moeten de handen tegen scherpe kanten worden beschermd.
Zorg ervoor dat de ondergrond waarop gesneden wordt, voldoende draagkrachtig is. Alle obstakels
moeten uit het snijgebied worden verwijderd. Zorg voor goede verlichting wanneer het donker is.
Houd visuele controle over beschadigingen en defecten van de hele voegsnijmachine Speciale
controle van de beschermingsvoorzieningen.
Zorg voor een stabiele watertoevoer voor het koelen van het zaagblad.
Er mag absoluut niet gerookt worden wanneer de verbrandingsmotor wordt vol getankt
Motordelen die door de werking heet werden, vormen ook brandgevaar.
De brandstof mag alleen in hiervoor gekeurde tanks worden opgeslagen.
Er mogen geen roterende werktuigen waarvan het maximale toerental kleiner is dan de nominale
snelheid van de machine is, worden gebruikt.
Defecte of gescheurde werktuigen moet direct worden vervangen.
Elke onveilige werkwijze is verboden.
Bedien de voegsnijmachine alleen in een veilige en operationele toestand.
Tenminste een maal per ploeg de voegsnijmachine op uiterlijk herkenbare beschadigingen en
gebreken controleren! Meld alle veranderingen (inclusief bedrijfsgedrag) onmiddellijk aan de
verantwoordelijke instantie/persoon! Zet de machine evt. direct stil en beveilig deze tegen opnieuw
inschakelen.
Bij functiestoringen moet de voegsnijmachine onmiddellijk worden gestopt en beveiligd! Laat
storingen onmiddellijk verhelpen. Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door
elektromonteurs worden uitgevoerd.
Gebruik alleen geschikt gereedschap.
Elk contact met het draaiend gereedschap moet worden voorkomen. 1,5 m veiligheidsafstand tot het
zaagblad aanhouden.
Snijden zonder zaagbladkap of aandrijfafdekking is verboden.
De bediener moet tegen roterende delen worden beschermd.
Advertenties
Inhoudsopgave
