MC3-FRUIT / MC3-COOL
Document no.:140451
Versie: 1.33
1.2 Fasen en koelen
De celregelaars onderscheiden 3 fasen waarin ze functioneren. Deze fasen hebben vooral
betrekking op de regeling van de mechanisch koeling (vloeistofklep en eventuele zuigklep).
Inkoelfase: In deze fase start de cel met mechanisch koelen als de regeltemperatuur boven het
temperatuursetpoint + temperatuurdifferentie komt. Het koelen stopt als het temperatuursetpoint
is bereikt. Voor de inkoelfase is elke cel geplaatst in een inkoelgroep. Er kunnen inkoelgroepen
worden gevormd door voor elke cel een inkoelgroepnummer in te stellen (P0310). Voor elke
inkoelgroep kan een maximum koelcapaciteit worden ingesteld (P2100 e.a.). Het koelen van een cel
wordt alleen gestart als daarmee de maximum koelcapaciteit van de betreffende inkoelgroep niet
wordt overschreden. Om die reden moet de koelcapaciteit van elke cel voor de inkoelfase worden
ingesteld (P0300). Ten gevolge van deze maximalisatie moeten cellen soms wachten totdat er
koelcapaciteit beschikbaar is. De inkoelgroep van een cel geldt ook voor de standbyfase.
Bewaarfase: Voor de bewaarfase is elke cel geplaatst in een bewaargroep. Er kunnen
bewaargroepen gevormd worden door voor elke cel een bewaargroep in te stellen (P0320). Binnen
elke bewaargroep loopt een eigen periodieke bewaarcyclus waarin elke cel éénmaal per cyclus aan
de beurt komt om mechanisch te koelen totdat de regeltemperatuur het temperatuursetpoint
heeft bereikt. De tijd tussen twee opeenvolgende cycli van een bewaargroep is in te stellen (P2201
e.a.). De bewaarcycli van de verschillende bewaargroepen zijn niet gesynchroniseerd. Standaard
komen de cellen aan de beurt in volgorde van oplopend celnummer (P0100). Er worden steeds
zoveel mogelijk cellen met koelvraag gestart als de maximum koelcapaciteit van de bewaargroep
toelaat. Daarvoor moet per bewaargroep de maximum koelcapaciteit (P2200 e.a.) en per cel de
koelcapaciteit in de bewaarfase (P0301) ingesteld worden. Als een cel niet gestart kan worden
omdat die aan het ontdooien is of omdat de resterende koelcapaciteit in de bewaargroep voor die
cel onvoldoende is, dan wordt een beetje van de volgorde afgeweken. Als een volgende cel wel
gestart kan worden, dan wordt die gestart om geen koelcapaciteit verloren te laten gaan. In plaats
van de standaard volgorde kunnen andere volgordes worden ingesteld (P2202 e.a.). Die zijn verder
beschreven in paragraaf 1.20. De bewaarfase er erg geschikt om meerdere cellen te regelen met
een beperkte compressor capaciteit en een beperkt aantal compressor starts. Deze fase kan
worden vrijgegeven of geblokkeerd (P0110).
Een bewaargroep kan gekoppeld worden aan een inkoelgroep (o.a. P2204). Deze koppeling houdt in
dat als alle cellen in een bewaarcyclus aan de beurt zijn geweest, de maximum koelcapaciteit van
de bewaargroep extra ter beschikking komt voor de inkoelgroep waaraan is gekoppeld. De
maximum koelcapaciteit van de inkoelgroep wordt dan tijdelijk verhoogd met de maximum
koelcapaciteit van de bewaargroep. Dat duurt dan totdat er weer een nieuwe bewaarcyclus moet
starten. Dan worden er (indien nodig en mogelijk) cellen in de inkoelgroep gestopt totdat de
koelvraag in de inkoelgroep weer aan het eigen maximum van de inkoelgroep voldoet (zonder de
extra tijdelijke verhoging). Dat kan in sommige situaties enige tijd kosten, bijvoorbeeld vanwege een
minimum koeltijd. Daarna wordt de nieuwe bewaarcyclus gestart.
Pagina 6 van 100