MC3-FRUIT / MC3-COOL
Document no.:140451
Versie: 1.33
1.20 Bewaarcyclus volgorde
Naast de standaard bewaarcyclus volgorde ondersteunen de celregelaars onderstaande volgordes.
De volgorde kan per bewaargroep worden ingesteld (P2202 e.a.)
Volgorde "Roulerend": Deze volgorde is gelijk aan de standaard volgorde echter de cel waarmee de
cyclus start rouleerd: De eerste cyclus start bijvoorbeeld met celnummer 1, de tweede cyclus met
celnummer 2 enz.
Volgorde "Bewaar-startnummer": De cellen (in deze bewaargroep) met koelvraag worden aan het
koelen gezet in volgorde van oplopend bewaar-startnummer (P0321 e.a.). Daarbij worden steeds
zoveel mogelijk cellen gestart als de maximum koelcapaciteit van de bewaargroep toelaat. Als een
cel niet gestart kan worden omdat die aan het ontdooien is of omdat de resterende koelcapaciteit
in de bewaargroep voor die cel onvoldoende is, dan wordt een beetje van de volgorde afgeweken. Als
een volgende cel wel gestart kan worden, dan wordt die gestart om geen geen koelcapaciteit
verloren te laten gaan.
Volgorde "Per bewaar-startnummer": Deze volgorde is gelijk aan volgorde "Bewaar-
startnummer", echter een cel wordt pas gestart als er geen cellen meer koelen met een lager
bewaar-startnummer. Hierdoor zijn er binnen de bewaargroep dus geen cellen met verschillende
bewaar-startnummers gelijktijdig aan het koelen. Deze volgorde kan bijvoorbeeld gebruikt worden
om reeksen cellen die een verschillende zuigdruk vereisen niet gelijktijdig te laten koelen.
Volgorde "Met-bewaar-subgroepen": Met deze volgorde is de bewaargroep nog verder
onderverdeeld in bewaar-subgroepen (P0322 e.a.). Per bewaar-subgroep loopt er een cyclus. De
cycli in de bewaar-subgroepen (in dezelfde bewaargroep) starten op hetzelfde moment maar zijn
daarna niet meer aan elkaar gekoppeld. In een bewaar-subgroep wordt er slechts 1 cel met
koelvraag tegelijk aan het koelen gezet in volgorde van oplopend bewaar-startnummer. De
ingestelde maximum koelcapaciteit per bewaargroep geldt niet voor deze volgorde.
1.21 Subnetten
Standaard zijn alle regelaars in een fysiek netwerk met elkaar verbonden en communiceren met
elkaar. Er kunnen 5 inkoelgroepen, 5 bewaargroepen en 5 ontdooigroepen gevormd worden. Als die
aantallen te klein zijn, bijvoorbeeld doordat een installatie ook uit meerdere koeltechnisch
gescheiden gedeelten bestaat, dan kan het netwerk worden opgedeeld in subnetten.
Bij het gebruik van subnetten wordt het fysieke netwerk denkbeeldig in meerdere (maximaal 5)
subnetten verdeeld met behulp van het subnetnummer dat per regelaar ingesteld kan worden
(P6304). Alle regelaars met hetzelfde subnetnummer vormen samen een subnet en staan niet
meer in verbinding met regelaars met een ander subnetnummer.
Koppelingen tussen cellen (P0101, P0130), samenwerking van cellen (inkoel-, bewaar- en
ontdooigroepen) en synchronisatie van netwerk parameters (zie paragraaf 5.2) vindt alleen plaats
binnen hetzelfde subnet.
Pagina 20 van 100