Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

MC3-FRUIT / MC3-COOL
Document no.:140451
Versie: 1.33

1.5 Ventilatiefuncties

De celregelaars ondersteunen de volgende afzonderlijke ventilatiefuncties:
Ventileren tijdens koelen: Deze ventilatiefunctie is gekoppeld aan een verdamper en wordt
gebruikt tijdens koelen en natuurlijk ontdooien. De functie kan automatisch aan en uit worden
geschakeld, maar kan ook continu worden aangeschakeld door handmatig bediening. Deze keuze
kan gemaakt worden met de ventilatiemode koelen (zie hoofdstuk 2). De functie kan ook continu
worden aangeschakeld met een digitale ingang (functie Continu "ventileren tijdens koelen").
Aan deze ventilatiefunctie is nog een extra relaisfunctie gekoppeld: Ventileren hoog toerental. Deze
relaisfunctie
is
actief
(alleen
tijdens
koelen)
als
de
regeltemperatuur
boven
het
temperatuursetpoint + ventilatie hoog toerental setpointoffset (P0360) + ventilatie hoog toerental
differentie (P0361) komt. De functie stopt als de regeltemperatuur het temperatuursetpoint +
ventilatie hoog toerental setpointoffset bereikt.
Ventileren tijdens verwarmen: Deze ventilatie functie is actief tijdens verwarmen.
Automatisch ventileren: Deze ventilatiefunctie is niet gekoppeld aan koelen. De functie kan
worden geschakeld op realtime periodes, op puls/pauze basis, op puls/pauze basis
gesynchroniseerd met koelen of combinaties van deze opties (P0700..P0739). Puls/pauze
gesynchroniseerd met koelen betekent: Na een koelactie en de ventilatie uitschakelvertraging start
de automatische ventilatie met een pauzetijd. Voor de puls/pauze basis kunnen 5 sets van puls- en
pauze tijden worden ingesteld. Op het bedienpaneel kan één daarvan gekozen worden met de
automatisch ventileren puls/pauze mode (zie hoofdstuk 2).
Met parameters (P0411, P0701) kan worden ingesteld dat de relais met functie "Ventileren tijdens
koelen" ook worden geactiveerd voor de functies "Ventileren tijdens verwarmen" en/of
"Automatisch ventileren". Dit kan het toewijzen van de ventilatie relais functies veréénvoudigen.
De relais met functie "Ventileren tijdens koelen" worden ook geactiveerd tijdens natuurlijk
ontdooien.
CO2 ventilatie: Deze ventilatie functie schakelt in als het gemeten CO2 niveau boven het CO2
ventilatie setpoint (P0780) + CO2 ventilatie differentie (P0781) komt. De functie schakelt weer uit
als het CO2 niveau weer op of onder het CO2 ventilatie setpoint komt. De functie wordt ook
uitgeschakeld tijdens fatale alarmen, bij spercondities en bij een CO2 sensor fout. Het gemeten CO2
niveau en de status van de CO2 ventilatie kan op de cel-pagina 1 worden weergegeven (P0138 = 3).
Naast de ventilatie relais functies kent de celregelaar ook een analoge ventilatie aansturing. Het
ventilatie percentage voor verschillende situaties kan met parameters worden ingesteld
(P0745..P0754).
Pagina 11 van 100

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave