• Wanneer de stand A (auto) wordt gebruikt en de ontspanknop half wordt ingedrukt terwijl er
geen gezichten worden herkend of terwijl een opname zonder gezichten wordt gekadreerd,
selecteert de camera het scherpstelveld (maximaal negen velden) met het onderwerp dat zich
het dichtst bij de camera bevindt.
• Wanneer Autom. scènekeuzekn. is geselecteerd, verandert het scherpstelveld afhankelijk van
het onderwerp dat de camera selecteert.
• Als geen gezichten worden herkend wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt in de
onderwerpstand Portret of Nachtportret of in de stand Slim portret, stelt de camera scherp op
het onderwerp in het midden van het beeld.
• In de onderwerpstand Dierenportret stelt de camera scherp op het gezicht van een dier
wanneer een dergelijk gezicht wordt gedetecteerd. Als geen gezichten van dieren worden
herkend, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
B
Opmerkingen over de functie gezichtsherkenning
• De mate waarin de camera gezichten kan detecteren, is afhankelijk van diverse factoren, waaronder de
richting waarin de gezichten kijken. In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten
detecteren:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
• Wanneer er meer dan één gezicht in het beeld voorkomt, bepalen diverse factoren, zoals de richting
waarin de gezichten kijken, welke gezichten door de camera worden herkend en het gezicht waarop de
camera scherpstelt.
• Het kan uitzonderlijk voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp hoewel de dubbele
rand groen wordt weergegeven (A71). In dit geval schakelt u naar de stand A (auto) en stelt u
AF-veldstand in op Handmatig of Centrum. Probeer opnieuw scherp te stellen op een ander
onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het onderwerp dat u wilt fotograferen
(A70).
69