2. Controleer voordat u de stationhouder laat zakken of de kabels goed liggen en
nergens klem komen te zitten.
Belangrijk
Leid alle voedingskabels goed door de computer zodat ze de stationsvak-
module niet in de weg zitten. Houd de kabels uit de buurt van de schar-
nieren en de zijkanten van het computerchassis.
3. Laat de stationhouder zakken en plaats de vergrendelingen van de stations in
de vergrendelde stand. Is dat niet het geval, dan kunt u de kap van de compu-
ter niet sluiten.
4. Sluit de kap van de computer.
5. Als de kap voorzien is van een slot, vergrendelt u het slot.
6. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie "De plaats
van de aansluitingen aan de achterkant van de computer" op pagina 3.
7. Als u de systeemplaat of de microprocessor vervangt, moet u het BIOS bijwer-
ken (flashen). Zie "Het BIOS bijwerken (flashen) vanaf een diskette of
CD-ROM" op pagina 36.
8. Om de configuratie bij te werken, raadpleegt u "Het programma Setup Utility
gebruiken" in het Handboek voor de gebruiker.
Opmerking: In de meeste landen verlangt Lenovo dat de defecte CRU wordt gere-
tourneerd. Informatie hierover vindt u bij de CRU, of ontvangt u enkele dagen
nadat de CRU is afgeleverd.
Hoofdstuk 2. Hardware vervangen
35