Binnenruimte
1. Reinig de binnenruimte van de oven met warm water, een zachte doek en een
mild schoonmaakmiddel.
2. Afwissen met schoon water.
3. Gebruik de "reinigingsfunctie" van het apparaat voor regelmatige reiniging na
gebruik. Volg de instructies in het hoofdstuk "Bediening van de oven" /
Reinigingsfunctie.
4. Gebruik voor hardnekkig vuil een in de handel verkrijgbare ovenreiniger. Neem
de instructies van de producent in acht.
Voor hardnekkige vlekken gaat u als volgt te werk:
– Laat de oven afkoelen voordat u hem schoonmaakt.
– Maak de oven en accessoires na elk gebruik schoon om te voorkomen dat er
vuil in de oven verbrandt.
– Verwijder vetvlekken met warm zeepwater terwijl de oven nog warm is.
– Gebruik voor zeer hardnekkig vuil een in de handel verkrijgbare ovenreiniger.
Neem de instructies van de producent in acht. Spoel vervolgens de
binnenkamer grondig af met schoon water om alle resten van het
reinigingsmiddel volledig te verwijderen.
NL
– Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen zoals staalwol, schuursponsjes,
vlekverwijderaars, enz.
– Geverfde, gegalvaniseerde en roestvrijstalen oppervlakken en aluminium
onderdelen mogen nooit in contact komen met ovenreinigingssprays, omdat ze
daardoor beschadigd en verkleurd worden. Hetzelfde geldt voor de
thermostaatvoeler (als het apparaat is uitgerust met een voeler) en de
verwarmingselementen die op de bovenwand aanwezig zijn.
42 / 48
Reiniging
286426