•
Aslagers van maai-eenheid (2 per maaidek); zie
Figuur 37
Opmerking:
U kunt beide smeernippels
gebruiken: kies de nippel die het makkelijkst te
bereiken is. Pomp vet in de nippel tot er vet aan
de onderzijde van de asbehuizing verschijnt (aan
de onderzijde van het dek).
Figuur 37
•
Lagers van draagarm van maai-eenheid (1 per
maaidek); zie
Figuur 37
•
Lagers van achterrol (2 per maaidek); zie
38
Figuur 38
Belangrijk:
Controleer of de smeergroef in
beide rolbevestigingen is uitgelijnd met de
smeeropening in beide uiteinden van de rolas.
Als hulp bij het uitlijnen van de groef en de
opening bevindt zich verder een merkteken op
één uiteinde van de rolas.
Onderhoud motor
Veiligheid van de motor
•
U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil
controleert of het carter bijvult met olie.
•
Verander de snelheid van de toerenregelaar niet
en laat de motor het maximale toerental niet
overschrijden.
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die
een luchtlek kan veroorzaken. Vervang deze in
geval van beschadiging. Controleer het gehele
luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse
slangklemmen.
Geef het luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt
als de onderhoudsindicator
g009708
Als u het luchtfilter vervangt voordat dit nodig is, wordt
alleen maar de kans vergroot dat er vuil in de motor
komt als u het filter verwijdert.
Figuur
g005979
1. Luchtfilterindicator
Belangrijk:
vastzit en de luchtfilterbehuizing helemaal afsluit.
1. Vervang het luchtfilter
42
(Figuur
39) dit aangeeft.
Figuur 39
Zorg ervoor dat het deksel goed
(Figuur
40).
g009709