E04: Vloeistoftemperatuursensor
(VTS) of thermokoppel niet
aangesloten
1. Controleer de temperatuursensoraansluitingen met
de lange groene connector (B) op de temperatuurre-
gelmodule. Zie Temperatuurregelmodule op
pagina 29. Koppel de sensorkabels los en sluit
ze opnieuw aan.
2. Test de doorlopende verbinding van de VTS met een
ohmmeter. Zie E01: Hoge vloeistoftemperatuur
op pagina 11.
3. Als er een fout optreedt in de slangzone, controleer
dan de VTS-aansluitingen op elk deel van de slang.
Zie pagina 34.
4. Als er een fout optreedt in de slangzone, test dan
de VTS door deze rechtstreeks aan te sluiten
op de machine.
F
VTS
5. Om te controleren dat de regelmodule van het
verwarmingsapparaat niet het probleem veroorzaakt,
gebruikt u een kabel om de twee pennen
overeenkomstig de VTS kort te sluiten (rode en gele
voor A- of B-zone, rode en paarse voor slang).
De display zal de temperatuur van de regelmodule
van het verwarmingsapparaat tonen.
6. Als er een fout optreedt voor de slangzone, gebruik
dan tijdelijk de handmatige stroomregeling. Raadpleeg
de bedieningshandleiding van de Reactor.
3A2536U
E05: Oververhitting
besturingskaart
OPMERKING: Elke module heeft een temperatuursensor
op de printplaat. Het verwarmen wordt uitgeschakeld
als de temperatuur van de module boven de 85 °C
(185 °F) komt.
1. Controleer of de ventilator boven de elektrische
behuizing werkt.
2. Controleer of de deur van de elektrische behuizing
correct geïnstalleerd is.
3. Controleer of obstructies de koelgaten in de bodem
van de elektrische behuizing blokkeren.
4. Maak de heatsink-fins achter de regelmodules
van het verwarmingsapparaat schoon.
5. De omgevingstemperatuur kan te hoog zijn.
Laat de reactor afkoelen alvorens deze te
verplaatsen naar een koudere locatie.
E06: Communicatiekabel
niet aangesloten
1. Koppel de kabel die de regelmodule van het
verwarmingsapparaat verbindt met de
D
verwarmmodule los en sluit deze opnieuw aan.
2. Vervang de communicatiekabel als het probleem
blijft bestaan.
E30: Kortstondig
communicatieverlies
Communicaties tussen de display en het controlepaneel
van de motor of de temperatuurregelmodule zijn
kortstondig verloren gegaan. Wanneer de communicatie
verbroken is, zal de overeenkomstige display normaal
E99 tonen. De overeenkomstige besturingskaart zal E30
registreren (de rode LED zal 30 keer knipperen). Als de
communicatie hersteld is, kan de display de E30 tonen
gedurende een kortere periode (niet meer dan ongeveer
twee seconden). E30 mag niet continu getoond worden,
tenzij er een verbroken verbinding is die ervoor zorgt dat
de display en de kaart continu de communicatie verliezen
en herstellen.
Controleer alle bedrading tussen de display en het
controlepaneel.
Diagnosecodes in verband met de temperatuurregeling
13