Algemeen overzicht
van de machine
1. Montageplaat van werktuig
2. Kantelcilinder
3. Hydraulische hulpkoppelin-
gen
4. Armen van de lader
Bedieningsorganen
Schakelbord
1. InfoCenter
2. Hendel van laadarm
3. Tractiebedieningshendels
4. Kantelhendel werktuig
5. Cilindervergrendeling
6. Accubak
7. Hefcilinder
8. Wiel
Figuur 4
5. Hendel voor
hulphydrauliek
6. Contactschakelaar
7. Schakelaar ecomodus
8. Schakelaar InchMode
Figuur 3
9. Handgreep
10. Hefpunt
11. Bedieningspaneel
12. Parkeerremhendel
Contactschakelaar
De contactschakelaar heeft 2 standen: A
(Figuur
4).
Gebruik de contactschakelaar om de machine te
starten of uit te schakelen; zie
(bladz. 17)
en
De machine uitschakelen (bladz.
Tractiebedieningshendels
•
Om vooruit te rijden beweegt u de
tractiebedieninghendels naar voren.
•
Om achteruit te rijden beweegt u de
tractiebedieninghendels naar achteren.
•
Om te keren beweegt u de hendel aan de kant
waar u naartoe wilt draaien achteruit naar de
g281978
N
EUTRAALSTAND
ingeschakeld houdt.
Opmerking:
hendels beweegt (in beide richtingen), des te
sneller rijdt de machine in de gewenste richting.
•
Om te vertragen of te stoppen beweegt u de
tractiebedieningshendels naar de N
10
13. Dijsteun
14. Contragewicht
15. Bestuurdersplatform
De machine starten
terwijl u de andere hendel
Hoe verder u de tractiebedienings-
EUTRAALSTAND
g281979
en U
AN
IT
17).
.