Foto's maken
Open de achterklep niet voordat u de film hebt
opgebruikt. Anders wordt de rest van de film
blootgesteld aan licht en wordt deze wit, en kan hij niet
meer worden gebruikt.
1
Schakel de camera in door de lensring naar ON
te draaien.
* De lens schuift uit en het flitslampje knippert en
gaat vervolgens branden. (Knipperen geeft aan
dat de flitser wordt opgeladen.)
2
Houd de camera vast, kijk door de zoeker van
de camera om de gewenste compositie te
maken en druk op de ontspanknop.
* De ontspanknop kan niet worden ingedrukt
terwijl de flitser wordt opgeladen.
3
Wanneer het geluid van de film die wordt
uitgeworpen stopt, pakt u de rand van de
uitgeworpen film vast en haalt u de film eruit.
De filmteller telt terug in numerieke volgorde
en telt af vanaf „10" bij elke genomen foto. „0"
wordt weergegeven wanneer de film „op is" en
nadat de laatste foto is gemaakt.
4
Wanneer u klaar bent met het maken van
foto's, schakelt u de camera uit door de
lensring naar OFF te draaien.
Als de camera niet goed werkt, verwijdert u de batterijen
terwijl de camera is ingeschakeld. Plaats de batterijen
opnieuw in de camera om te resetten.
7