Beschikbare functies bij verschillende
178
objectiefcombinaties
Compatibele objectieven
Bij deze camera kunnen alleen DA en FA J objectieven en D FA/FA/F/A objectieven met een
positie s op de diafragmaring worden gebruikt. Zie "Opmerkingen bij [gebruik van een
diafragmaring]" (blz. 180) voor andere objectieven en D FA/FA/F/A objectieven met
diafragmaring ingesteld op een andere positie dan s.
Functie
Autofocus (alleen objectief)
Handmatig scherpstellen
(met het matglas)
AF-veld omschakelen (breed/spot)
Power zoom
Automatische belichting met diafragmavoorkeuze
Automatische belichting met sluitertijdvoorkeuze
6
Handmatige belichting
Automatisch P-DDL-flitsen
Meervlaks lichtmeting (16 segmenten)
Ja
: Functies zijn beschikbaar wanneer de diafragmaring is ingesteld op positie s.
Nee : Functies zijn niet beschikbaar.
*1 Objectieven met een maximaal diafragma van f/2,8 of groter. Alleen beschikbaar bij
positie s.
*2 Objectieven met een maximaal diafragma van f/5,6 of groter.
*3 Als u een F/FA soft 85mm f/2.8 objectief of een FA soft 28 mm f/2.8 objectief wilt
gebruiken, stelt u [Gebruik diafr.ring] in op [2 (toegestaan)] in het menu [A Pers. inst.]
(blz. 100). Er kunnen opnamen worden gemaakt met de ingestelde diafragmawaarde,
maar alleen binnen het bereik voor handmatige instelling van het diafragma.
*4 Bij gebruik van de ingebouwde flitser en de AF360FGZ.
*5 AF-veld is ingesteld op Spot.
Objectief [type vatting]
(met AF-adapter 1,7x)
(Met de scherpstelindicatie)
*4
DA/D FA/
FA J/FA objectief
*3
[KAF, KAF2]
Ja
*1
—
*2
Ja
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
F-objectief
A-objectief
*3
[KAF]
[KA]
Ja
—
*5
—
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
*5
Ja
Nee
—
—
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja