Ingebouwde flitser gebruiken
146
Flitsopbrengst corrigeren
U kunt de flits instellen in een bereik van –2,0 tot +1,0. De flitscorrectiewaarden zijn als volgt
bij 1/3 LW en 1/2 LW.
Trapinterval
1/2LW
1/3LW
* Stel de interval van de trappen in [Bel.inst.stappen] in het menu [A Pers. inst.] in. (blz. 142)
Instellen in [Belichtingscomp.] in het menu [A Opname]. (blz. 98)
Opname
Momentcontrole
5
Auto Bracket
Autobelicht.
AF-veld
Autofocus
Belichtingscomp.
Cancel
• m knippert in de zoeker wanneer de flitser uitklapt tijdens de flitsercorrectie. (blz. 20)
• Wanneer de maximale flitsopbrengst wordt overschreden indien deze is gecorrigeerd
in de plusrichting (+), wordt er geen correctie toegepast.
• Corrigeren in de minrichting (–) heeft mogelijk geen effect wanneer het onderwerp te
dichtbij is, het diafragma klein is of de gevoeligheid hoog is.
––2,0, –1,5, –1,0, –0,5, 0,0, +0,5, +1,0
––2,0, –1,7, –1,3, –1,0, –0,7, –0,3, 0,0, +0,3, +0,7, +1,0
1 sec
1.0
0.5
0.0
0.5
OK
OK
Flitscorrectie