Onderdeel
e (programma)
b
(sluitertijdvoorkeuze)
c
(diafragmavoorkeuze)
a (handmatig)
p (tijdopname)
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch
ingesteld voor het maken van opnamen met de juiste
belichting.
Stel de sluitertijd in om de beweging van bewegende
onderwerpen weer te geven. Maak foto's van
snelbewegende onderwerpen die lijken stil te staan of
onderwerpen die lijken te bewegen.
Stel het diafragma in wanneer u de scherptediepte wilt
aanpassen. Hiermee vervaagt u voor- en achtergrond of
maakt ze juist scherp.
Hiermee combineert u de ingestelde sluitertijd en het
diafragma om precies die opname te maken die u in
gedachten hebt.
Hiermee maakt u opnamen waarvoor lange sluitertijden
nodig zijn, zoals vuurwerk en nachtopnamen.
Functie
105
Bladzijde
blz. 133
blz. 134
blz. 136
blz. 138
blz. 140
4