Bediening
Bediening
Apparatuur spoelen
voor gebruik
Aard de apparatuur en afvalcontainer te allen tijde om
brand en ontploffingen te voorkomen. Spoel altijd bij
een zo laag mogelijke druk, om statische vonken en
letsel door opspattende vloeistof te voorkomen.
De apparatuur is getest met lichte olie, die in de
vloeistofdoorgangen is achtergebleven om de onderdelen
te beschermen. Voorkom dat de vloeistof met olie wordt
vervuild door de apparatuur voor het eerste gebruik met
een geschikt oplosmiddel te spoelen. Zie de
bedieningshandleiding van uw systeem voor instructies
over het spoelen van de systeemuitrusting.
14
Drukontlastingsprocedure
Voer altijd de drukontlastingsprocedure uit
als u dit symbool ziet.
Het systeem blijft onder druk staan totdat deze handmatig
wordt ontlast. Voorkom ernstig letsel door vloeistof onder
druk, zoals injectie door de huid, opspattende vloeistof en
bewegende onderdelen, door de Drukontlastingsprocedure
uit te voeren wanneer u stopt met spuiten en voordat u de
apparatuur reinigt, controleert of er onderhoud aan uitvoert.
1.
De luchttoevoer naar de pomp afsluit.
2.
Sluit het zelfontlastend hoofdluchtventiel (AD).
3.
Open het vloeistofafvoerventiel (AE).
OPMERKING: Voer de drukontlastingsprocedure in de
handleiding van uw doseerapparaat uit om de druk in
de transferpomp te ontlasten.
3A8763B