Inhoudsopgave
Advertenties
MONDSTUK MODEL HB
Bevestig de bladveer van het mondstuk op de elektromagnetische
eenheid met de stelschroef zoals getoond op de afbeelding. Maak
de slang vast aan de magnetische eenheid met de slangklem en
gebruik de rubberen ring als afdichting.
Controleer of het mondstuk,
wanneer niet aangesloten op
het voertuig, voorwaarts in de
rijrichting van het voertuig wijst.
M
Stelschroef
Wanneer de ankerplaat in de juiste
positie is bevestigd, kan het mond-
stuk worden aangepast door het
losdraaien van de stelschroef en het
iets op- of neerwaarts verplaatsen
van de bladveer.
BELANGRIJK! Als de bladveer
omhoog bewogen wordt, mag
hij niet in contact komen met de
bovenste slang. Indien nodig
moet het bovenste einde worden
afgesneden.
X
H
a
b
R
AGNA
AIL
Plaats het mondstuk op de uitlaatpijp
en maak de elektromagnetische een-
heid vast op de ankerplaat, ervoor
zorgend dat de slang goed is aange-
spannen. De slang moet een bocht van
90° vormen wanneer ze uit de uitlaat-
pijp komt.
MONDSTUK VOOR
MAGNARAIL HL
De verticale slanglengte (H) kan gewijzigd
worden door de positie van de koordstop (X)
aan te passen.
De afstand B is vooraf ingesteld op 350 mm.
De magneet kan zo nodig als volgt in een
andere positie worden aangebracht.
1. Draai de beschermkap rond de magneet los.
2. Maak de magneet los.
3. Los de beschermstrips a en b.
4. Bevestig de magneet in een nieuwe positie.
De afstand B moet minstens 200 mm en
maximum 500 mm bedragen.
5. Snijd de kast omsloten beschermstrip op
twee nieuwe lengtes a en b af. Breng de nieuwe
strips aan.
6. Breng de beschermkap weer aan.
N.B. Zorg ervoor dat de bovenste rustpositie
van het mondstuk boven de uitlaatpijp van
het voertuig komt.
NL
17
Advertenties
Inhoudsopgave
