TECHNISCHE GEGEVENS
7
7.1 Meetprincipe
7.1.1 Weerstandstemperatuursensor
De meetinzet met een temperatuurgevoelige sensor van platina (Pt) RTD, waarvan de waarde bij
0°C / +32°F 100 Ω is. Daar komt de naam "Pt100" vandaan.
Over het algemeen geldt dat de elektrische weerstand van metalen toeneemt volgens een
wiskundige functie naarmate de temperatuur stijgt. Weerstandstemperatuursensoren
gebruiken dit effect om temperatuur te meten. De "Pt100" temperatuursensoren hebben een
meetweerstand met gedefinieerde kenmerken, gestandaardiseerd in IEC 60751. Dat geldt ook
voor de toleranties. In het bereik van 0...+100°C / +32...+212°F is de gemiddelde
temperatuurcoëfficiënt van een Pt100 3,85 x 10
Tijdens gebruik stroomt er een constante stroom I (≤ 1 mA) door de Pt100 RTD, wat zorgt voor
een spanningsdaling U. Weerstand R wordt berekend op basis van de wet van Ohm (R=U/I).
Omdat de spanningsdaling U bij 0°C / +32°F 100 mV is, is de daaruitvolgende weerstand van de
temperatuurmeter Pt100 100 Ω (100 mV / 1 mA = 100 Ω).
Figuur 7-1: Weerstandstemperatuursensor Pt100 bij 0°C / +32°F, schematisch
1 Pt100 RTD
2 Spanningsmeter
3 Stroombron
38
-3
-1
K
.
www.krohne.com
TT 51-SERIE
07/2020 - 4008308601 - MA TT 51 R03 nl