05.5 Noodstop
Druk uitsluitend bij een onmiddellijk gevaar op de noodstopknop.
Druk op de noodstopknoppen om onmiddellijk de bewegingen van de machine te stoppen en de
gebruikte energiebron te deactiveren (endothermische motor of elektropomp).
Herstel de functionering van de machine door aan de noodstopknop te draaien, zodat de
gebruikte energiebronnen weer kunnen worden geactiveerd.
Verhelp of elimineer de gevaarlijke situatie alvorens u de knop
deblokkeert.
Informatie
De machinebediener aan de grond moet de noodstop drukknop deblokkeren, als de
machinebediener op het platform daartoe niet in staat is, volgens de aanwijzingen van par.
"Noodhandelingen".
- Functionele controle
Verifieer een voor een de noodstopknoppen.
1) Stabiliseer de machine.
2) Verricht een willekeurige manoeuvre en druk tegelijkertijd op de noodstopknop.
3) De machine moet onmiddellijk tot stilstand komen en tegelijkertijd moet de endothermische
motor van het voertuig of een andere energiebron gedeactiveerd worden.
4) Herstel de functionering van de machine door aan de knop te draaien.
05.6 Blokkeringen en functionele controles
05.6.1 Ingreep van de momentbegrenzer
De momentbegrenzer onderbreekt de bewegingen voor het uitschuiven en omlaag bewegen
van de telescooparm en het opheffen van de scharnierarm als het toelaatbare maximum
moment wordt overschreden.
De overschrijding wordt aangegeven door het oplichten van de lampjes (M) (bedieningspaneel
aan de grond) en (G) (bedieningspaneel op het platform).
Om de functionering van de machine te kunnen herstellen, dient u een handeling te verrichten
die het kantelmoment beperkt (bijv. "inschuiven telescooparm").
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Deel
05
Blad
20
Revisie
Datum rev.