• in de buurt van hoogspanningskabels.
Bij werkzaamheden in de buurt van hoogspanningskabels moeten bij de verantwoordelijke
of de bevoegde autoriteiten inlichtingen worden ingewonnen.
Laat u de manier beschrijven waarop het werk moet worden verricht in overeenstemming
met de normen die gelden in het land van gebruik. De manier moet keer op keer worden
bestudeerd en moet nauwgezet worden nageleefd.
Raadpleeg de tabel hiernaast voor de
minimumafstanden van elk deel van de structuur
van de machine die afhankelijk van de
hoogspanning moeten worden toegepast.
Houd ook rekening met eventuele schommelingen
van het platform en de hoogspanningskabels.
Bij een onbekende nominale spanning raden we
een altijd een minimumafstand van 7m aan!
• bij temperaturen lager dan -10°.
Raadpleeg de fabrikant in het geval dat werkzaamheden moeten worden verricht bij een
temperatuur lager dan -10°.
• in een bijtende, ontvlambare, ontploffingsgevaarlijke of een schadelijke atmosfeer.
• in een slecht geventileerde omgeving.
Pas de vereiste maatregelen toe voor het gebruik van de machine in een slecht
geventileerde omgeving om de ophoping van (giftige) uitlaatgassen te vermijden.
• bij onweer (risico op blikseminslag).
• 's nachts of in een slecht verlichte omgeving zonder schijnwerper.
• bij sterke elektromagnetische velden (EMV) (bijv. telecommunicatie zendmasten,
radarinstallaties of dergelijken) na een passende technische beoordeling.
Doorgaans hangt de afstand tussen de installatiezone van de installatie - welke ook "zone
met gecontroleerde toegang" kan worden genoemd in verhouding tot het blootstellingsrisico
aan elektromagnetische velden - en de andere werkzones met een onbeperkte toegang af
van de technologische eigenschappen van de apparatuur en dient door iedereen die de
risicobeoordeling verricht te worden beoordeeld.
Raadpleeg de eigenaar van deze installaties en neem contact op met de technische
assistentie van PALFINGER alvorens de machine te gebruiken.
• op de openbare weg.
Als de machine lange tijd op de openbare weg zal worden gebruikt, moeten passende
borden en signaleringen worden aangebracht die de omgeving afbakenen voor de veiligheid
en de inachtneming van de toepasselijke wetten.
• in een brandgevaarlijke omgeving.
• met onbevoegde personen die in de werkomgeving stilstaan of er door heen lopen.
De machinebediener moet de machine tot stilstand brengen of de personen uit de
werkomgeving verwijderen.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Deel
Blad
Revisie
Datum rev.
Toelaatbare minimumafstand
kV
m
≤ 1
3,5
10
4
15
4
132
5
220
7
380
7
03
04
ft
11'5"
13'1"
13'1"
16'4"
23'
23'