Bedrijfstoestanden en tijddiagrammen
Foutafhandeling
Foutafhandeling
Foutafhandeling
Het systeem komt in de foutafhandelingsmode
als een fout optreedt waarbij de elektrostatica
wordt uitgeschakeld. Als een fout optreedt, wordt
dit gemeld via een foutcode. Deze foutcode
wordt in rood weergegeven op positie A5 van de
gebruikersinterface van de Pro Xpc Auto-besturing.
Ook wordt de foutuitgang van de discrete I/O hoog.
Het afhandelen van een fout gaat volgens
onderstaande procedure:
1. Los het probleem op dat de foutcode
veroorzaakte (zie
Problemen oplossen, page
2. Bevestig de foutcode:
a. Bij gebruik van de discrete I/O-interface moet
de foutcode worden bevestigd via de ingang
'Fouten bevestigen' van de discrete I/O, pen
3.
b. Bij lokale bediening gebeurt het bevestigen
van de foutmelding met de toets
in de gebruikersinterface van de Pro Xpc
Auto-besturing.
32
3. Breng de robot in de veilige positie. Voldoe
aan de eis van de veiligheidskoppeling 'veilige
positie'.
4. Activeer de elektrostatica.
5. De wachttijd verstrijkt. De uitgang voor veilig
verplaatsen wordt hoog gemaakt.
In het schema staat een voorbeeld van
foutafhandeling met de discrete I/O-interface.
55).
(T11)
3A3253K