2.8. Informatie over de batterijen
Batterijen kunnen brandbare stoffen bevatten. Bij onjuist gebruik kunnen batterij-
en leeglopen, sterk verhit raken, ontbranden of zelfs exploderen. Hierdoor kan per-
soonlijk letsel of schade aan het apparaat ontstaan.
Houd u absoluut aan de volgende adviezen:
•
houd batterijen uit de buurt van kinderen;
als batterijen per ongeluk worden ingeslikt, moet u onmiddellijk contact opne-
men met uw huisarts;
•
niet-oplaadbare batterijen mogen nooit worden opgeladen; Gevaar voor explo-
sie!
•
sluit de batterijen en de aansluitklemmen van het apparaat nooit kort;
•
stel de batterijen nooit bloot aan overmatige hitte zoals direct zonlicht, vuur etc.;
•
demonteer of vervorm de batterijen niet;
U kunt gewond raken aan handen of vingers of batterijvloeistof kan in contact
komen met ogen of huid. Als dit toch gebeurt, spoelt u de plekken overvloedig
met schoon water en waarschuwt u meteen uw huisarts;
•
vermijd harde stoten en schokken;
•
reinig indien nodig de contactpunten van de batterijen en het apparaat voordat
u de batterijen plaatst;
•
draai de polariteit nooit om.
Let op dat de plus- (+) en minpolen (–) correct zijn geplaatst om kortsluiting te
voorkomen;
•
gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende typen
door elkaar. Dit kan storingen in het apparaat veroorzaken. Daarnaast zou de
minder goede batterij te sterk worden ontladen;
•
verwijder lege batterijen onmiddellijk uit het apparaat;
•
haal de batterijen uit het toestel als u het langere tijd niet gebruikt;
•
vervang alle lege batterijen in een toestel tegelijk door nieuwe batterijen van
hetzelfde type;
•
isoleer de contactpunten van de batterijen met een stuk plakband als u batterij-
en wilt opslaan of afvoeren.
7 van 24