5. Ingebruikname
5.1. Netvoeding
Sluit de stekker van de netadapter aan op de aansluiting DC 12 V
de achterzijde van het apparaat.
Sluit de netadapter aan op een stopcontact van 100-240 V, 50/60 Hz.
Als tevens batterijen zijn geplaatst, wordt het apparaat via netvoeding van stroom
voorzien.
Houd er rekening mee dat het apparaat ook stroom verbruikt
als het is uitgeschakeld terwijl het op het net is aangesloten.
Daarom wordt geadviseerd om de stekker uit het stopcontact
te trekken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
5.2. Werking op batterijen - batterijen in het apparaat
plaatsen
Het batterijvak bevindt zich aan de onderzijde van het apparaat.
Open het batterijvak door de lipjes van de klep naar beneden te drukken.
Plaats de acht batterijen van 1,5 V type C/R14/LR14 zo dat de minpool tegen de
veren rust. Zie ook de tekeningen in het batterijvak.
Plaats de klep weer op het batterijvak.
Het apparaat wordt alleen door de batterijen gevoed als de
netadapter niet op de DC-aansluiting is aangesloten.
5.3. Batterijen in de afstandsbediening vervangen
Voor de eerste ingebruikname is al een batterij geplaatst. U kunt de batterij acti-
veren door de isolatiestrook te verwijderen.
De batterij als kan volgt worden vervangen:
De afstandsbediening werkt op een knoopcel van 3 V, CR2025.
Druk het sluitnokje in de richting van de batterijhouder (A) en
trek de houder naar buiten (B).
Plaats de batterij zoals afgebeeld in de houder.
Schuif de batterijhouder weer naar binnen totdat de houder
vastklikt.
1.5 A aan
OPEN
2
1
13 van 24