14
| Configuratie
8.5
Startscherm
Door het pictogram homepage aan te raken (pos.
A) in het dropdownmenu (pos. 1) brengt u na bevestiging
altijd terug naar het thuisscherm
1. Uitklapmenulijst
2. Actieve gebruikersmodus
3. Luchtstroominstellingen
4. Temperatuurinstellingen
5. Lijst met actieve alarmen
6. Pictogrammenlijst met actieve gebruikersfuncties
8.5.1
Gebruikersmodi
Het eerste pictogram bovenaan het scherm toont de huidige actieve gebruikersmodus. Om de gebruikersmodus te wij-
zigen dient u het pictogram voor de actieve gebruikersmodus aan te raken (pos. 2) en een nieuwe gebruikersmodus uit
de lijst te selecteren. Er zijn 2 permanente en 5 tijdelijke gebruikersmodi beschikbaar. Er kan altijd slechts één modus
gelijkertijd geactiveerd zijn.
Instellingen van alle modi kunnen worden gewijzigd in het menu Service .
8.5.1.1 Permanente modi
Permanente modi zijn altijd actief, tenzij ze worden onderbroken door tijdelijke modi, geactiveerde gebruikersfuncties
of alarmen:
Symbool
Tekst
AUTO
HANDMATIG
8.5.1.2 Tijdelijke modi
Tijdelijke modi zijn alleen actief voor een bepaalde periode tenzij ze worden onderbroken door actieve gebruikersmodi,
geactiveerde gebruikersfuncties of alarmen:
Automatische luchtstroomregeling. AUTO modus is beschikbaar voor selectie
wanneer
Vraaggestuurd,
ventilatorbedieningsfuncties
moduspictogram niet zichtbaar in het actieve gebruikersmodusmenu. AUTO
modus activeert Vraaggestuurde regeling, Weekplanning en/of externe
ventilatorbedieningsfuncties. Vraag kan als luchtstroominstelling worden
gekozen Weekplanning.
Handmatig selecteren van luchtstroomniveaus. De unit kan worden ingesteld op
een van de vier beschikbare luchtstroomsnelheden: Uit/Laag/Normaal/Hoog.
Let op:
De ventilator kan worden ingesteld op UIT door het inschakelen van de
functie Handmatige ventilatorstop in het menu Service.
Beschrijving
Weekplanning
zijn
geconfigureerd,
anders
en/of
externe
is
het
AUTO
21146713 | A004