knippert
08A
Geen ionisatiemeting
tijdens opstarten.
2.
Als deze correct is controleer/vervang de VDC
transformator en/of branderautomaat.
Indien lampje op branderautomaat (in de technische box)
knippert:
1.
Plaats de afstandsbediening zo dicht mogelijk bij de
haard.
2.
Druk kort op
wacht ca. 60 seconden.
3.
Controleer de zendsterkte. Zie: Zendsterkte
controleren paragraaf 4.4. Voer de volgende stappen
uit om de zendsterkte tussen de haard en de
afstandsbediening te controleren.
4.
Controleer op stoorzenders voor het signaal (bijv
metalen omkasting).
5.
Indien het signaal blijft knipperen -> synchroniseren
Er is wel een vlam zichtbaar tijdens de ontsteking
1.
Controleer in de haard of de ionisatiepen geheel vrij
ligt van vulling.
2.
Controleer in de technische box of de stekker goed is
aangesloten. Zie Aansluitschema, paragraaf 6.4.
3.
Controleer de verbinding met de ionisatiepen en of de
beschadigingen
op de ionisatiekabel.
4.
Meet het ionisatiesignaal.
Er is geen vlam zichtbaar tijdens de ontsteking, maar wel
een vonk bij de ontstekingspen.
1.
Verwijder de deur uit de haard (zie 5.1.3 en 5.1.5)
2.
Controleer zorgvuldig of er geen vulling tegen de
pennen ligt en/of de vonk correct op de brander
ontsteekt.
3.
Start de haard zonder deur eenmaal op en controleer
of er gas uit de brander komt. Indien er geen gas uit
de brander komt: de aanwezigheid van gas
controleren tot aan de technische box (voordruk
meten).
4.
Controleer bij aanwezige voordruk of de kabels vanuit
de branderautomaat naar het gasblok niet beschadigd
zijn en/of niet aangesloten zijn.
5.
Bij een té hoge gasdruk (>55mbar) wordt de gasklep
uit veiligheid niet geopend. Het energiebedrijf of de
installateur dient dit probleem op te lossen.
6.
Bij geen resultaat: gasregelblok uitwisselen.
Er is geen vlam zichtbaar tijdens de ontsteking en geen
zichtbare vonk bij de onstekingspen.
1.
Controleer in de haard of de ontstekingspen helemaal
vrij ligt.
2.
Controleer in de technische box of de
stekkerverbinding goed is. Zie Aansluitschema,
paragraaf 6.4.
3.
Controleer of er voldoende voedingsspanning 24V D/C
aanwezig is.
4.
Controleer de ontstekingskabel op beschadigingen en
controleer de verbinding met de brander.
31