Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Foutopsporing

Foutopsporing
Ontlast de druk voordat u enig onderdeel van het
systeem nakijkt of er onderhoud aan pleegt.
Probleem
De pomp werkt niet.
De pomp werkt, maar er is
weinig opbrengst bij beide
slagen.
De pomp werkt, maar de
uitvoer is laag bij de
neerwaartse slag.
Toerental van de pomp
onregelmatig of snel oplopend.
In de peilaanduiding in het
TSL-reservoir is te zien dat er
vloeistof wordt gepompt.
Er bevindt zich vloeistof in de
overloopkamer.
* Om te bepalen of de vloeistofslang of het pistool verstopt is, haalt u de druk eraf. Koppel de vloeistofslang los en
plaats een vat bij de vloeistofuitlaat van de pomp om de vloeistof op te vangen. Schakel de luchttoevoer zodat er net
genoeg lucht aanwezig is dat de pomp kan worden gestart. Als de pomp wordt ingeschakeld wanneer u de lucht
inschakelt, is de slang of het pistool verstopt.
26
Oorzaak
Verstopte leiding of onvoldoende
luchttoevoer; de ventielen zitten dicht
of verstopt.
Verstopte vloeistofslang of verstopt
pistool; de binnendiameter van de
vloeistofslang is te klein.
Er is vloeistof opgedroogd op de
verdringerstang.
Onderdelen van de luchtmotor zijn
vuil, versleten of beschadigd.
Alleen voor DataTrak-modellen: het
luchtventiel kan de cyclus niet
doorlopen omdat de solenoïdepin
uitgetrokken is
Verstopte leiding of onvoldoende
luchttoevoer; de ventielen zitten dicht
of verstopt.
Verstopte vloeistofslang of verstopt
pistool; de binnendiameter van de
vloeistofslang is te klein.
Versleten pakkingen in
verdringerpomp.
Openstaande of versleten
veiligheidskogelkleppen of
zuigerpakkingen.
De vloeistof is op.
Openstaande of versleten
veiligheidskogelkleppen of
pakkingen.
Versleten halspakkingen.
Beschadigde balg.
Controleer op alle mogelijke problemen en
oorzaken alvorens de pomp uit elkaar te halen.
Voor alle problemen met betrekking tot de
elektrostatica, raadpleegt u Foutopsporing in uw
pistoolhandleiding.
Reinig de leiding of verhoog de luchttoevoer.
Controleer of de ventielen zijn geopend.
Openen, ontstoppen*. Gebruik een slang
met een grotere binnendiameter.
Reinigen; zet de pomp altijd stil aan de
onderkant van een slag; houd het
oliereservoir voor een derde gevuld met
Graco throat seal liquid (TSL).
Reinig of repareer de luchtmotor.
Zie handleiding 312796.
Overtoerenbeveiliging inschakelen
(zie DataTrak-bediening, Instelmodus,
pagina 28). Ontlucht de motor. Druk op
op het DataTrak-scherm om de solenoïdepin
in te trekken.
Reinig de leiding of verhoog de luchttoevoer.
Controleer of de ventielen zijn geopend.
Openen, ontstoppen*. Gebruik een slang
met een grotere binnendiameter.
Vervang pakkingen. Zie handleiding
312792.
Reinig de klep; vervang de pakkingen.
Zie handleiding 312794.
Bijvullen en voorpompen.
Reinig de klep, vervang de pakkingen;
zie handleiding 312794.
Vervang halspakkingen. Zie handleiding
312794.
Vervangen. Zie handleiding 312793.
Oplossing
313684P

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave