Opmerkingen
• Als u tijdens het afspelen probeert naar
het begin van het bestand te springen,
start de recorder het afspelen aan een
index- of tijdelijke markering als deze
opgenomen zijn. Als u deze handeling
uitvoert in de stopmodus, springt u naar
het begin van het bestand (☞ Blz. 22).
• Als [Skipinterval] ingesteld is op een
andere stand dan [Bestandskippen],
gaat de recorder vooruit/achteruit met
de ingestelde tijd, waarna het afspelen
wordt gestart (☞ Blz. 34).
Over muziekbestanden
Wanneer de recorder geen
muziekbestanden kan afspelen die naar
de recorder zijn overgedragen, moet u
controleren of de bemonsteringsfrequentie
en de bitsnelheid binnen een afspeelbaar
bereik vallen. Hieronder vindt u combinaties
van bemonsteringsfrequenties en
bitsnelheden voor muziekbestanden
die door de recorder kunnen worden
afgespeeld.
Bemonsterings-
Bestandsindeling
frequentie
MPEG1 Layer3:
32 kHz, 44,1 kHz,
48 kHz
MP3-indeling
MPEG2 Layer3:
16 kHz,
22,05 kHz, 24 kHz
8 kHz, 11 kHz,
WMA-
16 kHz, 22 kHz,
indeling
32 kHz, 44,1 kHz,
48 kHz
• MP3-bestanden met variabele
bitsnelheden (waarbij de conversie
van bitsnelheden kan variëren) zullen
mogelijk niet correct worden afgespeeld.
• Zelfs als de bestandsindeling compatibel
is voor afspelen op deze recorder,
ondersteunt de recorder niet elke
encoder.
De afspeelsnelheid wijzigen
Wijzig de snelheid naar wens, bijv. luisteren
naar een vergadering met hogere snelheid,
of zaken die u tijdens de les niet goed hebt
begrepen, beluisteren met lagere snelheid.
1
Terwijl de recorder in de
afspeelmodus staat, drukt u op
de knop `OK.
2
Druk op de knop + of − om de
Bitsnelheid
afspeelsnelheid te selecteren.
Van 8 kbps
tot 320 kbps
Van 5 kbps
tot 320 kbps
[x1,0] (Normaal afspelen):
Afspelen aan normale snelheid.
[x0,5] – [x0,9] (Vertraagd afspelen):
De afspeelsnelheid vertraagt.
[x1,1] – [x2,0] (Versneld afspelen):
De afspeelsnelheid neemt toe.
Afspelen
x0,6
3
NL
21