Is het meetresultaat van uw R
5
Voor betrouwbare metingen moet probe S/P2 zich buiten de
potentiële gradiënten van E/C1 en H/C2 bevinden. Normaal
gesproken is het voldoende als de probe zich op een afstand van
minimaal 20 m bevindt. Onder bepaalde omgevingsomstandigheden
(hoofdzakelijk afhankelijk van de bodemweerstand) kan dit echter
onvoldoende zijn. Wanneer u absoluut zeker wilt zijn, dient u de
probes te verplaatsen en verschillende controlemetingen uit te
voeren. Als de meetwaarden ongeveer gelijk blijven, zijn uw
meetresultaten betrouwbaar. Als dit niet het geval is, dient u de
afstand voor de probe te vergroten.
Is het meetresultaat van het "Elektrodeloos doormeten van
6
aardingslussen" betrouwbaar?
Zorg ervoor dat u de juiste inducerende stroomtang gebruikt (zie
"Aanbevolen accessoires")!
De parameters van de stroomtang zijn geschikt voor deze
testmethode. Gebruik van een standaardstroomtang levert onjuiste
resultaten op.
Zorg ervoor dat de aanbevolen minimale afstand voor de stroomtang
in acht wordt genomen. Als de stroomtangen te dicht bij elkaar
worden geplaatst, beïnvloedt het magnetische veld van de
inducerende stroomtang de detecterende stroomtang. Om
onderlinge beïnvloeding te voorkomen, kan de afstand tussen de
stroomtangen worden gevarieerd en vervolgens een nieuwe test
worden uitgevoerd. Als de meetwaarden slechts weinig of helemaal
niet variëren, kunnen deze als betrouwbaar worden beschouwd.
E
S
H
U
e
t x
>
i L
m
t i
2
H
>
i L
m
t i
E
E
S
S
H
-meting betrouwbaar?
A
3
>
i L
m
t i
S
E
E
S
S
H
4
E
S
H
Afbeelding 9. Storingzoeken
Earth/Ground Tester
m
x a
5
0
V
FLUKE 1623
P
2
S
l p
s u
FLUKE
5
Storingzoeken
H
C /
2
E
C /
1
S
P /
2
>
2
0
m
>
2
0
m
U
s
U
g
edv008.eps
15