Reiniging
De machine reinigen en
controleren
Onderhoudsinterval: Na elk gebruik
1.
Spoel de machine grondig schoon met een
tuinslang zonder spuitmond, zodat bij een te
hoge waterdruk de afdichtingen en lagers niet
worden beschadigd en verontreinigd raken.
Zorg ervoor dat de koelribben en de omgeving
van de luchtinlaat van de motorkoeling vrij
blijven van vuil.
Belangrijk:
Als u de oliekoeler met water
reinigt, kan hierdoor voortijdig corrosie
optreden, kunnen onderdelen schade
oplopen en kan vuil gaan aankoeken, zie
oliekoeler reinigen (bladz.
2.
Controleer de machine op eventuele lekken
in het hydraulische systeem, beschadiging, of
slijtage van de hydraulische en mechanische
onderdelen.
De oliekoeler reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
1.
Verwijder het onderste scherm
Figuur 49
1. Scherm
2.
Gebruik een verlengstuk om perslucht tussen de
ventilatorbladen te blazen
vuil wordt weggeblazen van de richting waarop
het binnengekomen is.
3.
Plaats het scherm.
De
39).
(Figuur
49).
g030411
2. Oliekoeler
(Figuur
49) zodat het
Stalling
De machine voorbereiden
1.
Reinig de machine, werktuigen en motor
grondig.
2.
Parkeer de machine op een horizontaal vlak,
stel de parkeerrem in werking, zet de motor af,
verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat
alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de machine verlaat.
3.
Controleer de bandenspanning; zie
Bandenspanning controleren (bladz.
4.
Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet
ze vast indien nodig.
5.
Smeer of olie alle smeer- en draaipunten; zie
machine smeren (bladz.
6.
Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of
geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt
worden.
De motor gebruiksklaar
maken
1.
Ververs de motorolie en vervang het filter; zie
Motorolie verversen en filter vervangen (bladz.
25).
2.
Start de motor en laat deze twee minuten
stationair lopen.
3.
Zet de motor af; verwijder het sleuteltje en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de machine verlaat.
4.
Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig wordt
gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt; zie
Onderhoud van het luchtfilter (bladz.
5.
Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af. Gebruik
hiervoor weerbestendige afplakband.
6.
Controleer de olievuldop en de tankdop om er
zeker van te zijn dat deze goed vastzitten.
De accu voorbereiden
1.
Haal de accuklemmen los van de accupolen.
2.
Reinig de accu, de klemmen en de polen met
behulp van een staalborstel en een oplossing
van zuiveringszout (natriumbicarbonaat).
3.
Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro
onderdeel 505-47) op de kabelklemmen en de
accupolen om corrosie te voorkomen.
4.
Laad de accu om de 60 dagen 24 uur langzaam
op om loodsulfatie van de accu te voorkomen.
39
30).
De
24).
26).