Figuur 36
1. Afstelnok van de tractie
2. Borgmoer
WAARSCHUWING
De motor moet lopen zodat u de laatste
afstelling van de afstelnok van de tractie
kunt uitvoeren. Contact met bewegende
onderdelen of hete oppervlakken kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
Houd uw gezicht, handen, voeten en
andere lichaamsdelen uit de buurt van de
draaiende onderdelen, de geluiddemper
en andere hete oppervlakken.
5.
Start de motor en draai de zeskantige moer
van de afstelnok
om het middelpunt van het bereik van de
neutraalstand te bepalen.
6.
Draai de borgmoer vast om de afstelling te
borgen.
7.
Zet de motor af.
8.
Monteer het middelste scherm.
9.
Haal de assteunen weg en laat de machine neer
op de grond.
10.
Maak een proefrit met de machine om er
zeker van te zijn dat deze niet beweegt als het
tractiepedaal in de neutraalstand staat.
3. Schroef
4. Afstand
(Figuur
36) in beide richtingen
De interlockschakelaar van
de tractie afstellen
1.
De transmissie afstellen voor de neutraalstand,
zie
De tractieaandrijving afstellen voor de
neutraalstand (bladz.
2.
Zorg er met behulp van de pomphefboom voor
dat alle onderdelen onbelemmerd werken en
zich op de juiste plaats bevinden.
3.
Stel de schroef af tot de tussenruimte 0,8 mm
tot 2,3 mm bedraagt, zie
4.
Controleer of de interlockschakelaar goed
functioneert.
Transportsnelheid afstellen
g027230
Maximale transportsnelheid
afstellen
De maximale transportsnelheid en de achteruit worden
in de fabriek ingesteld, maar de snelheid moet worden
bijgesteld als het tractiepedaal een volledige slag
heeft afgelegd voordat de pomphefboom een volledige
slag heeft afgelegd, of als de transportsnelheid moet
worden verminderd.
Om de maximale transportsnelheid te verkrijgen, moet
u het tractiepedaal intrappen. Als het pedaal contact
maakt met de pedaalaanslag
de pomphefboom een volledige slag heeft afgelegd,
moet u deze afstellen:
1. Pedaalaanslag
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
zet de motor af, stel de parkeerrem in werking
en verwijder het sleuteltje.
2.
Draai de borgmoer van de pedaalaanslag los.
3.
Draai de pedaalaanslag vast totdat deze niet
meer tegen het tractiepedaal aan komt.
4.
Houd het transportpedaal licht ingetrapt en stel
de pedaalaanslag zodanig af dat deze licht
contact maakt met de pedaalstang of de afstand
31
30).
Figuur
36.
(Figuur
37) voordat
Figuur 37
g002732