3.3
Regels der techniek
De wijze van monteren moet voldoen aan de bouwkun-
dige vereisten, de plaatselijke voorschriften en de regels
der techniek.
3.4
Voorschriften ter voorkoming van ongevallen
> Neem bij het monteren van de collectoren goede nota
van de nationale voorschriften voor het werken op
grote hoogten.
> Zorg voor de voorgeschreven valbeveiliging door bij-
voorbeeld veiligheidssteigers of veiligheidswanden te
gebruiken.
> Als veiligheidssteigers of veiligheidswanden niet toe-
pasbaar zijn, gebruik dan als valbeveiliging geschikt
veiligheidsgerei zoals de Vaillant-veiligheidsgordel
(niet in alle landen verkrijgbaar).
> Draag handschoenen om letsel door onderdelen met
scherpe kanten te voorkomen.
> Gebruik gereedschap en hulpmiddelen (zoals hefwerk-
tuigen of leunladders) uitsluitend conform de voor u
geldende voorschriften ter voorkoming van ongeval-
len.
> Zet gebieden in de valzone onder de montageplaats
ruim af, zodat niemand letsel kan oplopen door val-
lende voorwerpen.
> Markeer de werkplek door bijvoorbeeld waarschuwin-
gen te plaatsen conform de geldende voorschriften.
3.5
Bliksembescherming
b
Let op!
Kans op schade door blikseminslag!
Bij een montagehoogte van meer dan 20 m,
respectievelijk als de vlakkeplaatcollectoren
boven de nok uitsteken, kan blikseminslag
schade aan het systeem veroorzaken.
> Sluit de elektrisch geleidende onderdelen
aan op een bliksemafleiderinstallatie.
3.6
Vorstbescherming
b
Let op!
Kans op schade door bevriezing!
Resten water kunnen bij vorst de vlakkeplaat-
collectoren beschadigen.
> Vul of spoel de vlakkeplaatcollector nooit
met water.
> Vul of spoel de vlakkeplaatcollector uitslui-
tend met kant-en-klaar gemengd Vaillant-
collectorvloeistof.
> Controleer de collectorvloeistof regelmatig
met behulp van een vorstveiligheidtester.
Handleiding voor het monteren van de auroTHERM 0020100604_02
Aanwijzingen voor het vervoeren en monteren 3
3.7
a
b
Bescherming tegen overspanning
Gevaar!
Mogelijk levensgevaar door ondeskundig
installatiewerk!
Door ondeskundig installatiewerk of een
defecte elektriciteitskabel kunnen pijpleidin-
gen onder netspanning komen te staan en let-
sel veroorzaken.
> Bevestig aardklemmen aan de pijpleidin-
gen.
> Sluit de aardklemmen via een koperen
kabel met een aderdoorsnede van 16 mm
aan op een potentiaalrail.
Let op!
Gevaar voor overspanning!
Overspanning kan schade toebrengen aan het
zonnesysteem.
> Aard het zonnecircuit als potentiaalvereffe-
ning en ter beveiliging tegen te hoge span-
ning!
> Bevestig de aardklemmen aan de pijpleidin-
gen van het zonnecircuit.
> Sluit de aardklemmen via een koperen
kabel met een aderdoorsnede van 16 mm
aan op een potentiaalrail.
2
2
7