18
De gewichtsoverbrenging
van het werktuig afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Voer deze procedure alleen uit als u een werktuig
anders dan de standaard cirkelmaaidekken (bv.
sneeuwfrees, mes of klepel) monteert.
U kunt de hydraulische druk voor de
gewichtsoverbrenging van het werktuig
naar de tractie-eenheid wijzigen door de
gewichtsoverbrengingsklep van het hydraulische
verdeelstuk in te stellen. Voor de beste prestaties
moet u de gewichtoverbrengingsklep zo instellen dat
stuiterende bewegingen van het werktuig minimaal
zijn op oneffen terrein, maar stel de klep ook zo in dat
het werktuig niet zwaar rijdt over vlak terrein of te snel
wordt neergelaten.
•
Om het volgen van het oppervlak door het werktuig
te verbeteren bij het werken op oneffen terrein,
moet u de hydraulische gewichtsoverbrengingdruk
verlagen met het hydraulische verdeelstuk.
Opmerking:
Als de zwenkwielen van het
werktuig of de voorste rand van de sneeuwfrees
boven de grond zweven, is de hydraulische druk
van de gewichtsoverbrengingsklep te hoog.
•
Wanneer u vlak gazon maait, wanneer de
maai-eenheid het gras scalpeert, wanneer de
maaikwaliteit in de breedterichting ongelijk is of
de voorste rand van een sneeuwfrees te zwaar
schraapt, moet u de gewichtsoverbrengingsdruk
verhogen met het hydraulische verdeelstuk.
Opmerking:
Het verhogen van de
gewichtsoverbrengingsdruk draagt ook
gewicht over van het werktuig naar de wielen van
de tractie-eenheid, waardoor de tractie-eenheid
meer grip krijgt op de grond.
Stel de gewichtsoverbrengingsdruk als volgt in:
1.
Gebruik de machine gedurende 10 minuten.
Opmerking:
Dit zal de hydraulische vloeistof
opwarmen.
2.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat het werktuig zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit het contact.
3.
Zoek het hefverdeelstuk onder de machine
(Figuur
23).
4.
Sluit een drukmeter aan op de testpoort (met de
aanduiding G1; zie
1. Hydraulisch verdeelstuk
2. Gewichtoverbrengingsspoel
(LC)
5.
Verwijder aan de zijde van het hefverdeelstuk
de dop van de testpoort (met de aanduiding G1;
zie
Figuur
24).
6.
Maak de contramoer aan het einde van de
gewichtoverbrengingsspoel (met de aanduiding
LC; zie
Figuur
7.
Start de motor en zet de gashendel op
.
STATIONAIR
28
Figuur 23
Figuur
24).
Figuur 24
3. Testpoort (G1)
24) los.
g299920
g299924
HOOG