PositionMaster EDP300 DIGITALE STANDSTELLER | CI/EDP300-NL REV. D
Verzetten in de eindstanden na uitgevoerde zelfkalibratie
Procesweergave
1. Met
naar het scherm van de bedrijfsmodi gaan.
Operating mode
Auto Adjust
O
Adaptive
O
Control
O
Manual SP
O
Manual Sensor
Configuration
Back
2. Met
of
de bedrijfsmodus "Manual Sensor" selecteren.
3. Met
en
in de betreffende eindstanden zetten.
-45.0
Pos. Ind.
Eindstanden controleren. De draaihoek wordt in graden
afgebeeld.
Aanbevolen bereik:
•
tussen −30 tot 30° voor lineaire aandrijvingen
•
tussen −45 tot 45° voor zwenkaandrijvingen
OK
°
Verzetten in de eindstanden bij nieuw apparaat
Procesweergave
1. Met
en
in de betreffende eindstanden zetten.
-45.0
°
Pos. Ind.
Eindstanden controleren. De draaihoek wordt in graden
afgebeeld.
Aanbevolen bereik:
•
tussen −30 tot 30° voor lineaire aandrijvingen
•
tussen −45 tot 45° voor zwenkaandrijvingen
Aansluitend moet een automatische zelfkalibratie worden
uitgevoerd.
Zie Zelfafstelling starten op pagina 40.
37