Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchtvoorziening; Ingebruikname; Veiligheidsaanwijzingen; Controle Voor De Inbedrijfstelling - ABB PositionMaster EDP300 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

36
PositionMaster EDP300 DIGITALE STANDSTELLER | CI/EDP300-NL REV. D
... 6 Installatie
... Pneumatische aansluitingen

Luchtvoorziening

*
Instrumentenlucht
Zuiverheid
Maximale deeltjesgrootte: 5 μm
Maximale deeltjesdichtheid: 5 mg/m
Oliegehalte
Maximale concentratie 1 mg/m
Drukdauwpunt
10 K onder de bedrijfstemperatuur
Voedingsdruk
Standaarduitvoering:
Marine-uitvoering:
Eigen verbruik**
< 0,03 kg/h / 0,015 scfm
*
Olie-, water- en stofvrij overeenkomstig DIN / ISO 8573-1, verontreiniging
en oliegehalte conform klasse 3
** Onafhankelijk van de voedingsdruk
Persluchtuitgang
Regelbereik
0 tot 10 bar (0 tot 145 psi)
Luchtcapaciteit
Standaard:
Optioneel:
Uitgangsfunctie
Voor enkel- of dubbelwerkende aandrijvingen
Aandrijving ontlucht / geblokkeerd bij uitval
energie (elektrisch)
Afsluitbereiken
Eindstand 0 % = 0 tot 45 %
Eindstand 100 % = 55 tot 100 %
3
1,4 tot 10 bar (20 tot 145 psi)
1,5 tot 8 bar (22 tot 116 psi)
3
40 kg/h (31 Nm
/h / 20 scfm)
3
50 kg/h (40 Nm
/h / 23 scfm)

7 Ingebruikname

Veiligheidsaanwijzingen

Aanwijzing
De op het typeplaatje vermelde gegevens over de elektrische
voeding en toevoerluchtdruk moeten bij de ingebruikname
verplicht worden aangehouden.
3
Vóór het inschakelen moet u vaststellen dat de
omgevingsvoorwaarden vermeld in het hoofdstuk "Technische
Gegevens" of in het informatieblad in acht genomen worden.
Als het aan te nemen is dat een veilige werking niet meer te
garanderen is, dan moet u het apparaat onmiddellijk buiten
werking stellen en tegen onbedoeld inschakelen beveiligen.

Controle voor de inbedrijfstelling

Luchtdruk in de persluchtaansluitleiding:
1,4 tot 10 bar (20 tot 145 psi)
Marine-uitvoering: 1,6 tot 8 bar (23 tot 116 psi)
Stroomingang actief: 4 tot 20 mA

Controleren van de mechanische aanbouw

Tijdens de inbedrijfstelling wordt de mechanische bevestiging
aan de lineaire- of zwenkaandrijving getest. Daartoe wordt de
aandrijving eerst in de eindstanden verzet en aansluitend een
automatische zelfkalibratie uitgevoerd.
Bij grotere aandrijvingen kan het voorkomen dat de tijd voor de
zelfkalibratie aanzienlijk korter is dan bij kleine aandrijvingen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave