Combinatie met kamerthermostaat
Op deze wijze is modulerend bedrijf (met
klok) mogelijk.
Let op de instelling van parameter A. (zie
par. 6.5.4): het verdient aanbeveling de
zgn. boosterfunctie in te schakelen, dus
parameter A. = 11.
Werking van de boosterfunctie
Als de aanvoertemperatuur volgens de
stooklijn onder bepaalde omstandigheden
te laag is (b.v. opstoken na nachtverlaging)
zorgt de zogenaamde 'boosterfunctie'
ervoor dat deze aanvoertemperatuur met
10°C verhoogd wordt als de warmtevraag
(van de kamerthermostaat) langer dan
10 minuten aanwezig blijft. Dit herhaalt zich
elke 10 minuten totdat de kamerthermo-
staat uitschakelt (of 90°C aanvoertempe-
ratuur is bereikt).
Na het schakelen van de kamerthermo-
staat zal de gewenste aanvoertemperatuur
weer dalen met 1°C per minuut tot de
stooklijn weer is bereikt.
Montage van de buitentemperatuur-
sensor:
Monteer de buitenvoeler, beschermd tegen
direct zonlicht, aan de noord- of noord-
westzijde van het gebouw, op een hoogte
van min. 2,5 meter vanaf het maaiveld.
De buitentemperatuursensor niet monteren
in de nabijheid van vensters, deuren,
ontluchtingsroosters of afzuigkap, etc.
8.4.9 Tweetraps thermostaat of externe
weersafhankelijke regeling
U kunt een tweetraps kamerthermostaat of
een tweetraps externe weersafhankelijke
regeling aansluiten. Het toestel wordt dan
hoog / laag bestuurd. Voer bij aansluiten
de volgende handelingen uit:
a. Sluit de 1e trap (aan/uit) aan op de
klemmen 3 en 4 van de 24-polige
klemmenstrook. Sluit de tweede trap
(laag / hoog) aan op de klemmen 5
en 6.
b. De interne regeling van het toestel dient
op hoog / laag regeling ingesteld te
worden (zie par. 6.5.4, parameter A.).
Ook in dit geval kan de maximale aanvoer-
temperatuur worden ingesteld (zie par.
6.5.1, parameter 1.).
8.5 Boilerregeling
De Remeha Quinta 45/65 is standaard
voorzien van een boilerregeling, geschikt
voor het aansturen van een 24 Volt wissel-
klep. Ook het aansturen van een 230 Volt
boilerpomp of wisselklep is mogelijk,
hiervoor is een aansluitprint als optie lever-
baar. De regeling is uitgevoerd met een
zgn. boilervoorkeurschakeling. Dit houdt
in dat bij gelijktijdige warmtevraag van de
boiler en de c.v., de boiler de voorkeur
krijgt.
Afhankelijk van de keuze 'wisselklep' of
'boilerpomp' dient parameter J. te worden
ingesteld op 00 (fabrieksinstelling) of 01
(zie par. 6.6).
55