1. Buitentemperatuur is lager dan de ingestelde staltemperatuur: de berekende alarmgrens wordt gelijk aan de
Ingestelde temperatuur
(17,0ºC)
2. Buitentemperatuur is hoger dan de ingestelde
Ingestelde temperatuur
(17,0ºC)
3. Maximum alarmgrens komt boven de absolute alarmgrens:
Ingestelde temperatuur
(17,0ºC)
GROEPEN TEMPERATUUR
Aan/uit schakelen van het alarm. De weergegeven alarmgrenzen zijn berekende alarmgrenzen en zijn o.a.
afhankelijk van de ingestelde staltemperatuurgrenzen en de ingestelde temperatuur van de regeling zelf.
GROEPEN VENTILATIE
Als de meetventilator wordt uitgeschakeld heeft deze geen invloed meer op de sturing en de alarmering van de
hoofdventilatiegroep. Alleen bij kleppen, die zijn aangesloten op een DMS of PL-9400-POT module, kunt u het
ventilatiealarm aan/uit zetten.
VERWARMING / KOELING / OVERIGE
De alarmgrenzen kunnen per regeling afzonderlijk worden ingesteld.
THERMO-DIFFERENTIAAL ALARM
Pagina 26 van 41
(22,0ºC)
Minimum alarmgrens
Maximum alarmgrens
(-5,0ºC)
(22,0ºC)
Minimum alarmgrens
(-5,0ºC)
Berekende temperatuur
(22,0ºC)
Minimum alarmgrens
(-5,0ºC)
(alarm temperatuurbewaking)
Wanneer het temperatuurbewakingsalarm wordt uitgezet, wordt de
actuele temperatuurmeting gewist en het alarm weer automatisch aan
gezet. Zie ook temperatuurbewaking pagina 17
staltemperatuur verhoogd met de ingestelde
maximum alarmgrens.
(+5,0ºC)
(27,0ºC)
staltemperatuur
de berekende
gemaakt aan de buitentemperatuur, de
berekende alarmgrens schuift op.
Berekende temperatuur
Maximum alarmgrens
(+5,0ºC)
(30,0ºC)
Buitentemperatuurcompensatie
de maximum alarmgrens wordt gelijk
gemaakt aan de absolute alarmgrens.
(31,0ºC)
Maximum alarmgrens
Buitentemperatuurcompensatie
Absolute alarmgrens
(35,0ºC)
staltemperatuur
(25,0ºC)
Absolute alarmgrens
(35,0ºC)
(3,0ºC)
Absolute alarmgrens
(+5,0ºC)
(36,0ºC)
(9,0ºC)
wordt gelijk
(35,0ºC