Gerelateerde Handleidingen voor Stienen BE PL-9000
Samenvatting van Inhoud voor Stienen BE PL-9000
- Pagina 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING PL-9000(-i) PLUIMVEE COMPUTER © StienenBE / PL-9000-G-NL02020...
- Pagina 2 Spanningen afschakelen voor openen van de pluimvee computer! De pluimvee computer bevat intern blanke spanningsvoerende delen! Openen alleen toegestaan door geautoriseerde personen! WAARSCHUWING Hoewel tijdens ontwerp en fabricage de grootst mogelijke zorg is besteed aan de kwaliteit van deze apparatuur, is een technische storing nimmer uit te sluiten.
-
Pagina 3: Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE PAGINA INLEIDING Scherm OVERZICHTSCHERM Omschrijving HOOFDMENU Toegangscode KLIMAATREGELINGEN Status stal Staltemperatuur Relatieve of absolute temperatuurinstelling Ventilatiegroepen Hoofdventilatie met groeicurve Links en Rechts Verwarmingen Koeling Overige regelingen Compensaties Groeicurven Overzichten Alarm Overige STATUS STAL SILO Silo-inhoud Status Gebulkt TELLERS Wis teller Wis alle tellers Alarm SCHAKELKLOKKEN... -
Pagina 4: Het Reinigen Van De Rv-Sensor, Co
Alarmcodes installatie SYSTEEM Fahrenheit Weergave ONDERHOUD EN CONTROLE HET REINIGEN VAN DE RV-SENSOR, CO -SENSOR EN MEETVENTILATOR MET BEHULP VAN EEN HOGEDRUKSPUIT IS NIET TOEGESTAAN Voor het reinigen van de ruimte dienen de CO -sensor en de RV-sensor uit de ruimte te worden verwijderd en op een veilige plaats te worden opgeborgen. -
Pagina 5: Inleiding
Het spreekt voor zich dat een goede klimaatbeheersing bijdraagt tot het welzijn van de dieren. Met de PL-9000 pluimvee computer kunt u praktisch al uw wensen op het gebied van klimaatbeheersing realiseren. De pluimvee computer is voorzien van vrijwel alle mogelijke ventilatieregelingen die in de moderne pluimveehouderij voorkomen. - Pagina 6 I/O-modules I/O-module: Met behulp van I/O-modules kan het aantal uitgangen van de PL-9000 pluimvee computer, via de MODULE-bus, uitgebreid worden. De besturingscomputer geeft aan welke uitgang door de PL-9000 pluimvee computer aangestuurd moet worden. De pluimveecomputer is uitgerust met een geheugenchip waarin alle instellingen automatisch worden opgeslagen.
-
Pagina 7: Scherm
SCHERM Kolom met instellingen en metingen Kolom met berekende en/of Titelbalk gecorrigeerde instellingen Schermnummer Grafiek (functietoets F3) Ten gevolge van de groeicurve en/of compensaties kan de berekende instelling afwijken van de door de gebruiker ingestelde waarde. Met behulp van de toets Tijd &... - Pagina 8 CIJFERTOETSEN (0..9) Met de cijfertoetsen kan een schermnummer abcäáàâç2ABCÄÁÀÂÇ worden geselecteerd of een instelling of tekst worden gewijzigd. defëéèê3DEFËÉÈÊ .,1'-:+ Tekstinvoer jkl5JKL Met behulp van de cijfertoetsen 2..9, kan de ghiïíìî4G mnoöóòô6MNOÖÓÒÔ naam van een regelgroep (links, rechts, voor, HIÏÍÌÎ achter etc.), een schakelklok of teller worden tuvüúùû8TUVÜÚÙÛ...
- Pagina 9 (alarm). U kunt de alarm afsteltijd wissen door achter “nee” in te stellen. Indien op de PL-9000 geen toegangscode geïnstalleerd is of nadat u de juiste toegangscode heeft ingegeven kunt u het hoofdalarm uitzetten. Noot VERGEET NOOIT EEN ALARM WEER "AAN" TE ZETTEN, wanneer u het uitgeschakeld heeft voor bijv.
-
Pagina 10: Overzichtscherm
OVERZICHTSCHERM Kolom nr. Kolom Symbool Omschrijving Kolom met stalnummer (gebruikersnummers) Stal buiten bedrijf Status hoofdalarm (alarmrelais is in) Hoofdalarm uitgeschakeld Alarm in stal (alarmvertragingstijd nog niet verstreken) Alarm Alarm in stal (alarmvertragingstijd verstreken) Hoofdalarm uitgeschakeld Warmtevraag in stal Geen verwarming geïnstalleerd Verwarming Alle verwarmingen uitgeschakeld door gebruiker Momentele staltemperatuur in ºC... -
Pagina 11: Hoofdmenu
HOOFDMENU Als u een toegangscode gebruikt, is het nuttig dat u de code opschrijft en op een veilige plek bewaart. Als u de toegangscode vergeet, kunt u geen instellingen meer wijzigen. Zodra één toegangscode actief is kunt u de instelling alleen wijzigen door de juiste toegangscode in te geven. De toegangscode blijft actief totdat u het scherm “Overzicht”... -
Pagina 12: Relatieve Of Absolute Temperatuurinstelling
RELATIEVE OF ABSOLUTE TEMPERATUURINSTELLING Regeling Relatieve instelling Absolute instelling Hoofventilatiegroep Altijd relatief t.o.v. n.v.t. staltemperatuur Ventilatiegroepen Altijd relatief t.o.v. n.v.t. staltemperatuur Verwarming 1..2 Ligt de instelling tussen de -9,9°C Wordt een waarde van 10,0°C of en de +9,9°C dan is de instelling hoger ingesteld dan is dit een relatief t.o.v. -
Pagina 13: Hoofdventilatie Met Groeicurve
MOMENTELE VENTILATIE Indien de hoofdventilatie m.b.v. een meetventilator wordt geregeld, staat achter de berekende ventilatie de gemeten ventilatie. Beschikt de stal niet over een meetventilator of indien de meetventilator defect is dan is de berekende ventilatie gelijk aan de “gemeten” ventilatie. De momentele ventilatie wordt berekend aan de hand van de bandbreedte, de minimum en de maximum ventilatie instellingen. -
Pagina 14: Links En Rechts
INTERVALVENTILATIE Indien intervalventilatie door uw installateur geactiveerd is verschijnt menu item “Intervalventilatie” op het display. Mocht de stal op onderdruk regelen dan wordt de drukregeling tijdens de intervalventilatie uitgeschakeld. De instelling “Intervalventilatie tot” wordt begrensd door de installatie-instelling (grenswaarde). Druk op de [ENTER]-toets ( ) en daarna op de pijltje omhoog toets (). Stel een waarde in die minimaal 1% onder de grenswaarde ligt. - Pagina 15 BEREKENDE KLEPOPENING Regelen op basis van temperatuur: Aan de hand van de gemeten temperatuur, de bandbreedte, de minimale en maximale klepopening wordt de actuele klepopening berekende. Regelen op basis van ventilatie: Aan de hand van de hoofdventilatie en de minimale en maximale klepopening wordt de actuele klepopening berekend.
- Pagina 16 Cascade regeling Groep [%] Max. 80% Hyst. Min. 5% [°C] Bandbreedte regel Inlaatventiel 1 87,5% D2 = inlaatventiel 2 loopt dicht O2 = inlaatventiel 2 loopt open 12,5% Min. Max. Groep [%] Inlaatventiel 2 Max. Groep [%] Pagina 16 van 41...
-
Pagina 17: Verwarmingen
VERWARMINGEN Geregelde verwarming Geschakelde verwarming GEREGELDE VERWARMING Bandbreedte Maximum verwarming Relatieve instelling Momentele verwarming Minimum Staltemperatuur [°C] Instelling Momentele temperatuur temperatuur Ingestelde staltemperatuur VERWARMING De verwarming kunt u aan of uitschakelen. INSTELLING TEMPERATUUR De temperatuur waarop de verwarming regelt is relatief t.o.v. de staltemperatuur, zie pagina 12, indien een temperatuur onder de 10,0°C wordt ingesteld. -
Pagina 18: Koeling
GROEICURVE Als de cursor op staat en u drukt op de bevestigingstoets dan verschijnt de curve van de verwarming. U kunt eventueel de curve instellingen wijzigen of de curve uitzetten. Druk op de annuleertoets om terug te keren naar het voorgaande scherm. Indien u de curve heeft uitgezet wordt de tekst groeicurve vervangen door de standaard tekst en kunt u de curve niet meer via dit scherm oproepen (curve staat uit). -
Pagina 19: Overige Regelingen
OVERIGE REGELINGEN DRUKREGELING Het regelen van de kleppen op basis van een vooraf ingestelde onderdruk garandeert een optimaal stromingspatroon van de binnenkomende lucht. Aan de hand van de ingestelde en de gemeten druk wordt de gewenste klepopening berekend. De kleppen die op druk regelen worden elke 2 minuten bij geregeld. -
Pagina 20: Compensaties
COMPENSATIES Compensaties zorgen ervoor dat de instelling wordt verhoogd en/of verlaagd afhankelijk van: wel of geen nachtinstelling de heersende buitentemperatuur; de momentele RV; het momentele CO gehalte. Windsnelheid en windrichting. Voor de RV en de CO correctie geldt dat alleen de grootste waarde van beide correcties bepalend is voor de uiteindelijke aanpassing van de ventilatie/klepstand. - Pagina 21 VENTILATIE Bij een stal die niet helemaal vol zit met dieren, zal doorgaans ook minder geventileerd hoeven te worden. Is de stal bijv. maar voor 95% bezet dan kan de minimum en maximum ventilatie bijvoorbeeld met 5% (van de ingestelde waarde) verlaagd worden om toch optimaal te kunnen ventileren. De bezettingsgraad wordt berekend aan de hand van het maximale aantal dieren in de stal en het momentele aantal dieren in de stal.
- Pagina 22 COMPENSATIE MINIMUM VENTILATIE De minimum ventilatie kan automatisch aangepast worden aan de actuele buitentemperatuur. Hierdoor wordt bij een lage buitentemperatuur een lagere minimum ventilatie en bij een hoge buitentemperatuur een hogere minimum ventilatie verkregen. Hierdoor bent u altijd verzekerd van een juiste minimum toevoer 'zuurstofrijke' lucht.
- Pagina 23 RV / CO2 Naast de ventilatieregeling die regelt op basis van temperatuur beschikt de pluimvee computer onder andere ook over de mogelijkheid om de ventilatie/klepstand te regelen op basis van relatieve luchtvochtigheid of CO2. Dit betekent dat er meer geventileerd zal worden als de meting boven de ingestelde waarde van “compensatie vanaf”...
- Pagina 24 METEO Invloed wind is instelbaar tussen 0 . . Per ventilatiegroep kan uw 9 (0 = geen invloed, 9 = maximale installateur instellen door welke invloed). windrichting de ventilatiegroep gecorrigeerd moet worden. Indien u geen windcorrectie bij en groep wenst laat u “geen” instellen. Daarnaast kan de installateur instellen of de invloed relatief of absoluut moet zijn.
-
Pagina 25: Groeicurven
GROEICURVEN Voor het geleidelijk automatisch laten wijzigen van het stalklimaat zijn diverse groeicurven aanwezig. Een groeicurve kan maximaal uit 7 knikpunten bestaan. Afhankelijk van het actuele dagnummer wordt de actuele instelling uit de groeicurve bepaald. Aan de hand van deze berekende instelling regelt de pluimvee computer het stalklimaat (mits de groeicurven aan staan) Groeicurven aan/uit Met behulp van deze instelling kunt u alle groeicurven tegelijkertijd aan respectievelijk... -
Pagina 26: Overzichten
OVERZICHTEN Een overzicht van de geselecteerde temperatuurregeling, voeler of groeicurve wordt getoond Diergewichten groter/gelijk 10000 gram worden in kilogrammen weergegeven. M.a.w. 10000 (gram) wordt als 10,0 (kg) weergegeven. Selecteer m.b.v. de de volgende/vorige regeling, overzicht of voeler. M.b.v. “Wis bedrijfsuren” in scherm 172 “Overzicht verwarmingen” kunt u in een keer de bedrijfsuren van alle verwarmingen wissen. -
Pagina 27: Overige
Indien de buitentemperatuur lager is dan de ingestelde staltemperatuur dan wordt de berekende alarmgrens gelijk aan de staltemperatuur verhoogd met de ingestelde maximum alarmgrens. Indien de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde staltemperatuur dan wordt de berekende staltemperatuur gelijk gemaakt aan de buitentemperatuur en schuift de berekende alarmgrens op. Indien de berekende maximum alarmgrens boven de absolute alarmgrens komt wordt de maximum alarmgrens gelijk gemaakt aan de absolute alarmgrens. -
Pagina 28: Status Stal
STATUS STAL Met behulp van de status van de stal kunt u de stal in of uit bedrijf nemen. U kunt de status van de stal ook opvragen door op functietoets F2 te drukken. In bedrijf: De pluimveecomputer regelt zoals ingesteld. Uit bedrijf: Alle regelingen, alarmeringen en temperatuurbewakingen worden uitgeschakeld (alle kleppen worden dicht gestuurd, alle klokken worden uitgeschakeld). -
Pagina 29: Silo
SILO U kunt de actuele silo-inhoud opvragen. Daarnaast kunt een overzicht van de laatste 5 bulk ingaven opvragen. SILO-INHOUD Silo-inhoud: De actuele silo inhoud (voorraad of tekort) wordt in dit scherm weergegeven. Daarnaast kunt u hier de gebulkt hoeveelheid ingeven, de gebulkte hoeveelheid wordt daarna direct bij de inhoud opgeteld waarna gebulkt automatisch op 0 wordt gezet. -
Pagina 30: Tellers
TELLERS U kunt een overzicht van de tellerstanden opvragen. Daarnaast kunt u bij de water- en/of voertellers eventueel een doseringsalarm instellen. Wanneer meerdere water, voer en/of overige tellers geïnstalleerd zijn worden de tellerstanden van alle identieke tellers (water, voer en/of overige) opgeteld en weergegeven in de overeenkomstige kolom. -
Pagina 31: Alarm
ALARM Om eventuele leidingbreuken of lekkages vroegtijdig te kunnen signaleren kunt u in dit scherm instellen hoeveel water er maximaal, gedurende de ingestelde periode, door de leidingen mag stromen alvorens er alarm wordt gegeven. Indien de teller is gekoppeld aan een doseerklok wordt tevens de uitgang van de doseerklok afgeschakeld. -
Pagina 32: Schakelklokken
SCHAKELKLOKKEN Bij een schakelklok kunt u maximaal 24 perioden instellen. Alle tijdstippen moeten opeenvolgend zijn. Het tijdsverschil tussen twee tijdstippen moet minimaal 1 minuut bedragen. DOSEERKLOKKEN Bij een doseerklok wordt de klokuitgang gekoppeld aan een teller ingang, zodoende is men in staat de water- en/of voeropname te bewaken. -
Pagina 33: Lichtregeling
De te doseren hoeveelheid wordt tussen twee perioden door (opnieuw) berekend. “Automatische beurtverdeling” - Wordt de totale hoeveelheid per dag verdeeld over het aantal ingestelde perioden. ZONDER beurtverdeling” - Indien de som van de onder “Deel” ingestelde percentages ... -
Pagina 34: Doseercurven
DOSEERCURVEN Indien er geen groeicurven bij de klimaatregeling geïnstalleerd zijn dan kunt u hier het dagnummer van de doseercurve hier instellen. Indien de doseercurven zijn geactiveerd door de installateur kunt u met behulp van programmeerbare curven de water en/of voerhoeveelheid per dier, afhankelijk van de leeftijd, automatisch laten toenemen. De totale hoeveelheid wordt elke dag opnieuw berekend aan de hand van de curve-instellingen, het actuele dagnummer en het momentele aantal dieren in de stal. -
Pagina 35: Schakelklok
Overzicht voertijden Bij een doseerklok kunt u per voerperiode de gevoerde hoeveelheid per dier opvragen. De pluimvee computer kan de gegevens van de afgelopen 7 dagen opslaan. De overzichten van klok 2 en 3 kunnen op overeenkomstige wijze worden opgevraagd. SCHAKELKLOK Bij een schakelklok kunt u maximaal 24 perioden instellen. -
Pagina 36: Info
INFO De schermen van Temperatuur, Tellers, Schakelklokken, Silo’s zijn identiek aan deze menu-keuze “17 Temperatuur overzicht”, “38 Overzicht tellers”, “45 Overzicht schakelklokken” en “21 Silo-inhoud”, zie pagina 26, 30, 35 en pagina 29. M.b.v. de instelling “Reset min/max temp.” worden in alle temperatuuroverzichten de min/max metingen gewist en wordt “Vandaag”... - Pagina 37 OPZETGEGEVENS Deze gegevens in dit scherm dienen aan het begin van een nieuwe opzet (nieuwe ronde) te worden ingevoerd. De pluimvee computer gebruikt deze gegevens om het resterende aantal dieren, de voerdosering etc. te berekenen. Bij twee of meerdere diergroepen is de bezettingsgraad afhankelijk van de som van het totale aantal dieren van alle diergroepen bij elkaar.
-
Pagina 38: Alarm
ALARM U kunt in dit scherm het hoofdalarm aan- of uitzetten. Als het hoofdalarm is uitgeschakeld knippert het lampje in een regelmatig patroon. Er wordt geen alarm meer uitgegeven. Test (test alarm) Test “ja”: Hiermee kunt u de werking van het alarmrelais (sirene) testen. - Pagina 39 (het tijdstip mag wel gelijk vallen met het daaropvolgende begintijd). Geen ingang toegewezen Geen ingangsklemnummer ingevuld. Softwareversie in PL-9000 is niet meer actueel genoeg, update software. Geen stal info Stal is uitbedrijf. Geen uitgang toegewezen Geen uitgangsklemnummer ingevuld.
- Pagina 40 SYSTEEM In dit scherm staat naast het apparaat naam onder andere ook het apparaat type (88=PL-9000) de programmaversie en programmadatum vermeld. Taal: Hier stelt u de taal van scherm teksten in. Voor deze handleiding stelt u de taal in op NLD (Nederlands) U kunt de taal ook wijzigen door de functietoets F1 ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de linker of rechter cursortoets te drukken.
-
Pagina 41: Onderhoud En Controle
ONDERHOUD EN CONTROLE Zorg voor regelmatig onderhoud en controle van de apparatuur. Vergeet bij het schoonmaken van de stal het ventilatiesysteem niet. Om het energiegebruik te beperken, is het belangrijk dat de ventilatoren schoon zijn. Dit geldt ook voor de kleppen, meetventilatoren en de ventilatiekoker.