TEMPERATUURREGELING ALS VERWARMING
Als temperatuurregeling als verwarming is ingesteld, dan wordt de temperatuurregeling op identieke wijze
ingesteld als een verwarming, zie pagina 14. De minimum verwarming kan hier apart ingesteld worden.
TEMPERATUURREGELING ALS KOELING
Als temperatuurregeling als koeling is ingesteld, dan wordt de temperatuurregeling op identieke wijze ingesteld
zoals de koeling op pagina 15.
Temperatuurinstelling zie: "Relatieve of absolute temperatuurinstelling" pagina 10.
THERMO-DIFFERENTIAAL ALARM
1 min.
Meting van
1 minuut geleden
Actuele meting
Temperatuurverschil
COMPENSATIES
NACHTINSTELLING
Creëren van een natuurlijk temperatuurverloop tussen dag en nacht door de ingestelde temperatuur 's nachts
met enkele graden te verlagen.
Instellen actieve periode nachtinstelling.
•
Instellen van het aantal graden waarmee gedurende deze periode de staltemperatuur verhoogd/verlaagd
•
moet worden.
Instellen percentage waarmee gedurende deze periode de minimum ventilatie (ventilatie is gekoppeld aan
•
de staltemperatuur) verhoogd/verlaagd moet worden.
Let op! De compensatie van de minimum is een percentage van de minimum ventilatie.
(temperatuurbewaking)
De temperatuurbewaking wordt door uw installateur ingesteld (max. 8
voelers). Per voeler wordt de actuele meting vergeleken met de meting
van een minuut geleden. Indien de meting binnen de grenzen valt, wordt
de voorgaande meting gelijk gemaakt aan de huidige meting en wordt
een nieuwe meting gestart.
Redenen alarm:
•
Indien de temperatuurstijging in de afgelopen minuut groter is dan of
gelijk is aan de ingestelde relatieve alarmgrens.
•
Indien de gemeten temperatuur van de voeler boven de absolute
grens stijgt.
Het thermodifferentiaal alarm treedt alleen op bij een positief verschil.
Compensaties zorgen dat de instelling wordt verhoogd en/of verlaagd
afhankelijk van:
•
wel of geen nachtinstelling.
de heersende buitentemperatuur.
•
•
de momentele RV.
het momentele CO
•
2
Windsnelheid en windrichting.
•
Alleen de grootste waarde van beide correcties (RV en de CO
bepalend is voor de uiteindelijke aanpassing van de ventilatie/klepstand.
gehalte.
Instelling temperatuur in
nachtelijke periode: 20,0°C -1,0 =
19,0°C.
Minimum ventilatie in nachtelijke
periode: -20% van 10% = -2% =>
10%-2% = 8%
) is
2
Pagina 17 van 41