5.
3.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Inschakelen/Uitschakelen
Om de bereidingsprocedure te beginnen moet als volgt te
werk worden gegaan:
1.
Draai de knop naar de gewenste stand om de
werktemperatuur te regelen (Afb. 1).
2.
Het groene lampje gaat branden en gaat regelmatig
knipperen (Afb. 1 A).
3.
Plaats de pan in het midden van de kookplaat (zie
Gebruiksinstructies - Het product plaatsen en wegnemen).
4.
Het permanent brandende groene lampje geeft de
werkingsfase aan (Afb. 1 A)
5.
Draai de knop naar de stand 'Nul' (Afb. 1 B) om de
verwarming te stoppen.
De snelheid waarmee de platen opwarmen wordt
ingesteld door aan de draaiknop te draaien (van
stand 0 tot stand 6). Stand 6 is de maximale
snelheid om op te warmen.
Het product plaatsen en wegnemen
De pannen die geschikt zijn voor inductiekookplaten
moeten
van
geëmailleerd staal, meerlagenbodem zijn (waar
specifiek aangeduid).
De
bodem
magnetiseerbaar zijn (een magneet moet aan de
modem vast blijven zitten). Gebruik juiste wok-
potten, specifiek voor inductie machines
Pannen voor gebruik op kookplaten moeten een
minimale diameter van 120 mm hebben.
Het is tijdens het gebruik van de machine verbo-
den raakvlakken tussen de pannen te creëren
De hoeveelheid product in de pan mag niet meer
dan 3/4 van de inhoud van de pan zijn.
De te bereiden producten moeten buiten de zone
van het apparaat in geschikte pannen worden
gelegd en correct in het midden van de kookzone
worden gezet.
Plaats de pan in het midden van de kookplaat, zoals door de zeefdruk is weergegeven (Afb. 3).
Neem de pan na de bereiding weg van de kookplaat en zet hem op een plaats neer die vooraf is klaargemaakt.
Na het wegnemen van het product, kan een nieuwe pan geplaatst worden of gaat u verder met de handelingen
die beschreven zijn onder 'Buitenwerkingstelling'.
Buitenwerkingstelling
Op het einde van de werkcyclus moeten de draaiknoppen op het apparaat naar de stand 'Nul' worden gedraaid.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt, en alle aanslag en/of voedselresten moeten
verwijderd worden, zie hoofdstuk: 'Onderhoud'.
Indien aanwezig moeten de lampjes aan het einde van iedere werkcyclus uit blijven.
Controleer of het apparaat optimaal schoongemaakt en hygiënisch is, zie 'Onderhoud'.
Sluit de netafsluiters vóór het apparaat (gas - water - elektriciteit).
Controleer of de afvoerkranen (indien aanwezig) in de stand 'gesloten' staan.
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIK ANT. IEDERE REPRODUCTIE, ZELFS GEDEELTELIJK, IS VERBODEN.
gietijzer,
staal,
roestvrij
van
de
pannen
moet
Fig. 3
staal,
vlak
en
- 10 -
- 10 -
10
10
A
Fig.1
Fig. 1B