1
Gebruik van de MFP-menu's
Uitleg van het bedieningspaneel van de multifunctionele
printer (MFP)
De meeste afdrukinstellingen kunt u wijzigen via de gebruikte toepassing of in het printerstuurprogramma. Als u de
instellingen wijzigt via de toepassing die u op dat moment gebruikt of via het printerstuurprogramma, zijn de wijzigingen
alleen van toepassing op de taak die naar de MFP wordt verzonden.
Wijzigingen die u via een toepassing in de printerinstellingen aanbrengt, hebben voorrang boven de wijzigingen die u vanaf
het bedieningspaneel toepast.
Als u een instelling niet via de toepassing kunt wijzigen, kunt u het bedieningspaneel van de MFP, MarkVision™
Professional of de pagina's van de Embedded Web Server (EWS) gebruiken. Een instelling die u op een van deze
manieren wijzigt, wordt de nieuwe standaardinstelling.
Wanneer een MFP met een aanraakscherm op een printer wordt aangesloten, worden het bedieningspaneel van de printer
en eventuele knoppen op het bedieningspaneel van de printer uitgeschakeld. Alleen het paneel en de knoppen op het
bedieningspaneel van de MFP kunnen dan worden gebruikt.
Het bedieningspaneel van de MFP bestaat uit:
1
Gebruik van de MFP-menu's
5
2
ABC
DEF
GHI
JKL
MNO
PQRS
TUV
WXYZ
10
9
8
3
4
5
6
7